Samenwerking Hattem-Heerde-Oldebroek stap verder
Er is beweging in de samenwerking tussen de drie zogenoemde H2O-gemeenten. Het gaat de goede kant op, al gaat het niet snel. Dat kan ook niet omdat het nogal ingewikkeld is. Uiteindelijk moet het de dienstverlening aan de burgers ten goede komen. Dus moet je je niet in een avontuur storten. Het begint met visie: waarom zou je moeten samenwerken? Het antwoord daarop moet leiden tot overtuiging en draagvlak, en dat is weer nodig om daadkrachtig aan de slag te gaan. Klinkt goed, maar wat gebeurt er intussen? We geven een momentopname. Daarin is enige stof tot overdenken verwerkt dat fractiecollega’s Engbert Jan Ruitenberg, Liesbeth Vos en ondergetekende afgelopen week opdeden in een conferentie.
Kleine gemeenten krijgen veel voor de kiezen als gevolg van beleid van hogere overheden: meer taken en minder geld. Ook de financieel-economische conjunctuur speelt daar op in, en het verwachtingspatroon van moderne burgers. Wil een bestuur van een kleine gemeente dit alles kunnen incasseren dan moet ze de slagkracht vergroten, risico’s spreiden, kwaliteit van diensten verhogen en als het kan nog efficiënter werken. (Zie verder onze eerdere bijdragen op deze site.) Daarom hebben we als Oldebroek al weer enkele jaren geleden de samenwerking met Hattem en Heerde flink opgepakt. Dat gaat goed, dus volgt de vraag: hoe kunnen we dat versterken en uitbouwen?
Om op deze zaken meer zicht te krijgen is er een gezamenlijk onderzoek uitgezet. Dat moet ons als drie gemeenten bouwstenen opleveren om nieuwe stappen te zetten. Onze fractie wil de samenwerking in H2O-verband onversaagd voortzetten. Dat betekent dat Hattem en Heerde onze natuurlijke partners zijn en blijven. Uiteraard naast wat er nu nog in RNV-verband gebeurt, en naast nog bredere ontwikkelingen. Interessant is dat inmiddels Elburg zich aan het bezinnen is op zijn positie. Na eerdere mislukte pogingen (samenwerking met Nunspeet, deelname in Meerinzicht) zal deze maand de raad van Elburg uitspraken doen over hun positie. Wij zijn van mening dat Elburg een interessante partner van H2O kan zijn. Voorwaarde is dan wel dat Elburg hiervan zelf overtuigd moet zijn, dus – zie het begin - via visie, overtuiging en draagvlak tot een bewuste keuze komt. Het proces in H2O-verband mag er wat ons betreft niet door vertragen, maar als Elburg zich aanmeldt bij deH2O-gemeenten heeft dat naar onze mening een meerwaarde. En het past in onze al jaren gehanteerde filosofie: helder en strategische koersen, en daarbij de vensters openhouden voor ontwikkelingen die zich tussentijds voordoen. Samenwerking is nooit statisch.
De colleges kozen voor een strategisch perspectief. In de recente conferentie van de drie raden (een vervolg op twee eerdere bijeenkomsten) viel te beluisteren dat de raden dit met overgrote meerderheid ook steunen. Het gaat daarbij om het zoveel mogelijk benutten van de kracht van de samenleving, het realiseren van dienstverlening dicht bij de burgers, afwegen wat wel/niet wordt uitbesteed, en goede verankering van de opdrachtgevende rol van de gemeenten, en behoud en verdere bevordering van kwaliteit, effectiviteit en continuïteit.
Verkenningen vinden plaats met behulp van varianten en praktijkvoorbeelden. Om ons daarin goed te kunnen verdiepen waren er een drietal landelijke voorbeeldsituaties aanwezig tijdens de conferentie. Een onderzoeksrapport met de eerste ervaringen daarvan ging als studiemateriaal vooraf. Het voert te ver dit hier nu allemaal uit te werken. Wel is voor ons nog steeds uitgangspunt dat we gefaseerd en zorgvuldig moeten denken en besluiten. Een bestuurlijke fusie is voor onze fractie geen taboe, maar is pas echt aan de orde als er eerst meer zicht bestaat op wat daaraan vooraf zou moeten gaan. Dus kort gezegd: wat we samen willen doen, in welke organisatievorm dat het beste past (inclusief: waar, op welke plek etc.), en welke bestuurlijke vorm dat vergt.
De conferentie was gericht op informatie en beeldvorming. Wat mij betreft was dat zeer geslaagd. Het zet je aan het denken over mogelijke consequenties van bepaalde modellen. Een model dat nogal tot mijn verbeelding sprak was dat van de (Molen)Waard. Daarin werken de gemeenten Graafstroom, Liesveld en Nieuw-Lekkerland samen. Ze hebben de kantoren opgeheven. Wat er nog aan vergaderingen nodig is vindt plaats in andere gemeentelijke gebouwen (b.v. dorpshuizen), en ‘back-office’-activiteit vindt plaats in minder dan de helft van het gemeentehuis van De Waard. Verder is alles erop gericht diensten digitaal aan te bieden, en gaan de ambtenaren standaard met tablet of laptop naar de burgers toe. Dat kan dus alleen met een hele goede ict-infrastructuur. De exrta riestijd wordt naar ik hoorde ruimschots gecompenseerd doordat ‘aan de keukentafel’ de plannen snel en zo concreet mogelijk kunnen worden doorgenomen. Dat heeft een enorme investering in werkwijze, scholing etc. gevraagd met de daarbij horende financiën. Maar de cultuuromslag lijkt geslaagd.
Aan de hand van zo’n prikkelend voorbeeld kun je je eigen kritische vragen kwijt bij de vertegenwoordigers van dat project: hebben jullie daar en daaraan gedacht? Hoe werkt dat dan? Enz. enz. Nee, ik zal dit model niet meteen gaan promoten. De Alblasserwaard is Oldebroek niet. Ook zijn er in Nederland andere vormen te vinden waarvan te leren is. Die kunnen je helpen eigen blinde vlekken in eigen denken en aanpak te zien. Er is soms meer mogelijk dan je denkt. Maar er volgt altijd de vraag of wat elders werkt ook geschikt is voor of zou werken in onze situatie. We gaan niet over een nacht ijs. Voor ons is daadkracht (voortgang in het proces) belangrijk, maar zeker ook het bewaken van de herkenbaarheid van de overheid voor de burgers, de democratische beïnvloeding, en het versterken van de diensten aan de samenleving.
Ton van Leijen
- Labels