Tijd voor financieel herstel
In de laatste raadsvergadering voor de vakantie heeft de gemeenteraad gesproken over het financieel meerjarenperspectief. Mede door de toezegging uit Den Haag dat er meer geld voor Jeugdhulp beschikbaar komt is het perspectief positiever dan de afgelopen jaren.
In november stellen we als raad altijd de begroting van de gemeente vast. Het ideaalbeeld van de ChristenUnie is om voor de zomer in de Algemene Beschouwingen onze speerpunten voor het komende jaar mee te geven aan het college zodat ze daar in de begroting rekening mee kunnen houden. We doen dat normaliter aan de hand van de perspectievennota waarin het college haar denkrichting voor het komende jaar aan ons schetst, en waar wij dan op reageren. De laatste jaren kwamen we daar niet aan toe en was het meestal een zoektocht naar bezuinigingen om de begroting rond te krijgen. Deze keer is het perspectief iets beter maar het college gaf aan dat gezien de financiële situatie waarin de gemeente Oldebroek zich momenteel bevindt, er nauwelijks tot geen ruimte is voor nieuw beleid. Daarnaast zijn er in 2022 gemeenteraadsverkiezingen en start er een nieuwe bestuursperiode. Daarom stelde het college voor om de focus te leggen op de uitvoering van het bestaande beleid. Als fractie van de ChristenUnie steunen we deze lijn helemaal.
We hebben aandacht gevraagd voor de financiële situatie van de gemeente Oldebroek. De weerstandsratio dreigt beneden de door de raad gestelde norm van 1 te zakken. Dat betekent dat we bijna het punt bereiken dat we niet meer voldoende middelen hebben om de risico’s welke we lopen te dekken. We zijn daar niet verbaasd over omdat we al jaren met enorme tekorten op de Jeugdhulp te maken hebben gehad. Gelukkig is er goed nieuws uit Den Haag. Eindelijk wordt erkend dat er meer geld voor de Jeugdhulp nodig is. De minister stelt 1,3 miljard beschikbaar voor 2022, dat betekent voor Oldebroek 1,8 miljoen. Gerechtigheid wat ons betreft, we praten dan ook niet over extra middelen maar eindelijk krijgen we waar we volgens ons recht op hebben. We hebben wethouder Liesbeth Vos complimenten gemaakt met het resultaat wat bereikt is, en hebben haar bedankt voor de tijd en energie die ze heeft gestoken om de politiek in Den Haag hiervan te overtuigen.
Door deze enorme jaarlijkse tekorten op de Jeugdhulp en de investeringen welke we de afgelopen jaren hebben gedaan zijn onze reserves flink gedaald. Wat ons betreft wordt het tijd om financieel orde op zaken te stellen en moeten we proberen het weerstandsvermogen weer te laten stijgen. Daarom hebben we een voorstel gedaan om hier na de vakantie met elkaar als raad en college over door te praten. Naast het bewaken van de bezuinigingen, die nog moeten worden doorgevoerd willen we een soort van herstelplan maken om weer ‘vet op de botten’ te krijgen. We denken dan aan afspraken om de komende jaren in de begroting een vast bedrag te reserveren ten gunste van de Algemene Reserve. Om zo de reserves weer aan te vullen en middelen hebben als het nodig is. We zijn daarom voorzichtig om in te stemmen met nieuw beleid. Als fractie van de ChristenUnie willen we eerst een goede afweging maken van hoe we er financieel voor staan voordat we akkoord gaan met langjarige verplichtingen. De meeste fracties waren dat met ons eens en na enige aarzeling zegde de wethouder ook zijn medewerking toe.
We hebben vooral gesproken over financiën, heel belangrijk, maar eigenlijk ook alleen maar een middel om onze doelen te realiseren. Dat doel is wat ons betreft een duurzame gemeente waarin iedereen meetelt en meedoet, waarin we respectvol met elkaar omgaan en zorg en aandacht voor elkaar hebben. We zijn blij dat ondanks de financiële zorgen van de laatste jaren onze doelen en ambities uit de bestuursovereenkomst ‘Met elkaar voor een duurzaam Oldebroek’ grotendeels zijn uitgevoerd. We zijn vooral dankbaar dat we de kwaliteit van zorg voor hen die het nodig hebben op peil hebben kunnen houden, dat zal ook altijd de inzet van de ChristenUnie blijven.
Andere belangrijke zaken die wat ons betreft aandacht verdienen is als eerste de woningbouw. We moeten bouwen, we willen bouwen, en wat ons betreft moeten we grond verwerven waarop we kunnen bouwen. Wat ons betreft heeft woningbouw de hoogste prioriteit het komende jaar en komende jaren. De eerste cijfers over het nieuwe afvalbeleid zijn bemoedigend, in het eerste half jaar is ongeveer 33% minder restafval aangeboden. Wel hebben we aandacht gevraagd voor zwerfafval, we moeten daar in ons preventiebeleid nog beter op acteren, we hebben daar voldoende middelen voor gereserveerd. Twee punten die aandacht hebben maar die we nog maar weer eens hebben onderstreept zijn het middelengebruik en de overlast van Lelystad-Airport wat ons nog steeds boven het hoofd hangt. Als laatste hebben we aandacht gevraagd voor de stikstofcrisis en de positie van de landbouw. Als we alle rapporten van de laatste tijd lezen lijkt er geen ruimte meer voor landbouw in grote delen van ons land. We maken ons dan zorgen over onze gemeente welke ook gelegen is in dat bewuste gebied. Wij zien Oldebroek als een agrarische gemeente met een prachtig buitengebied, grotendeels gemaakt en onderhouden door boeren. We zijn ervan overtuigd dat de boeren nu en in de toekomst nodig zijn om onze gemeente mooi te houden. We zien best wel dat er wat moet gebeuren. We hebben in onze Algemene Beschouwingen gereflecteerd op wat echt belangrijk is in ons leven. We zullen met elkaar onze levenswijze aan moeten passen om deze aarde leefbaar te houden maar dat moeten we wat ons betreft niet eenzijdig bij de boeren neerleggen.
Al met al nog voldoende zaken om aan te werken om Oldebroek nog mooier te maken. Gelukkig een iets beter financieel perspectief dan de laatste jaren zodat we ook voldoende middelen hebben om hier invulling aan te geven.