In het landelijk gebied verdwijnen veel agrariërs die daarmee ook in sommige gevallen grote gebouwen leeg achterlaten met daarnaast ook nog eens veel (te onderhouden) grond. Dat raakt de leefbaarheid van het platteland.
In de laatst gehouden raadsvergadering heeft het college de raad over dit onderwerp geïnformeerd. Het gaat meer specifiek over de nieuw geformuleerde beleidskaders voor functieverandering van gebouwen in het buitengebied. Dit beleid is in regioverband (Noord Veluwe) opgesteld en betreft een uitwerking van het Gelderse Streekplan 2005. Doelstelling van deze uitwerking is om via hergebruik en/of functieverandering van vrijgekomen of vrij te komen agrarische bedrijfsgebouwen de leefbaarheid in het landelijke gebied te verhogen.
De regeling biedt mogelijkheden om in bepaalde gebieden bijgebouwen te gebruiken voor wonen of bepaalde bedrijfsactiviteiten, met als een soort ‘tegenprestatie’ het slopen van een gedeelte van de gebouwen. Op initiatief van de gemeente Oldebroek is een regeling opgenomen voor hobbyboeren waarbij de mogelijkheid bestaat om de oppervlakte aan bijgebouwen uit te breiden ten opzichte van wat er nu mogelijk is in het huidige Streekplan. In het plan is ook beleid opgesteld voor nevenactiviteiten bij agrarische bedrijven en de uitbreiding van bestaande niet-agrarische bedrijven.
Bedoeling is dat dit regionale beleid zal worden doorvertaald naar het nieuw op te stellen bestemmingsplan Buitengebied waaraan nu volop wordt gewerkt. Als fractie hebben we aangegeven blij te zijn met de notitie. Het gaat er nu om dat het beleid goed vertaald wordt naar het nieuwe bestemmingsplan Buitengebied zodat de ruimtelijke en de sociale kwaliteit van het buitengebied van de gemeente Oldebroek nu en in de toekomst zoveel mogelijk gewaarborgd wordt en wordt afgestemd op allerlei ontwikkelingen in de regio. Als fractie zullen wij erop toezien dat dit voor onze gemeente optimaal gebeurt.

Dries van de Grift (voor vragen: 06-48133029)