Jeugd en gezin
Bij deze woorden denk je al gauw aan de plannen om zogenoemde Centra voor jeugd en gezin te vormen. En terecht: die centra worden gezien als een belangrijke mogelijkheid tot….ja tot wat? Nou dan valt er veel te noemen. Het belangrijkste daarvan is: bundeling en afstemming van wat er is, en versterking. We vertellen er iets over aan de hand van congres dat we onlangs bijwoonden.
Veel zorg
Als het gaat om kinderen en jeugd dan zijn er enorm veel instanties die zich daarmee bezig houden. Natuurlijk, het begint thuis, bij de ouders of verzorgers. Ook de scholen doen er veel aan. Maar onze invalshoek is die wanneer er iets bijzonders aan de hand is. Als kinderen extra hulp nodig hebben, niet goed functioneren, ongelukkig zijn, of zelfs ontsporen. Scholen hebben mentoren, interne begeleiders, remedial teachers enz. Ze hebben in samenwerking ook steeds vaker een zorgadviesteam. Maar de overheid en allerlei maatschappelijke instellingen spelen ook een actieve rol. Zoals de jeugdgezondheidszorg, het bureau jeugdzorg, (school)maatschappelijk werk, consultatiebureau, medisch-opvoedkundige bureaus, de voor- en vroegschoolse educatie, de leerplichtambtenaar, justitie, sociaal-cultureel werk, centrum voor alcohol- en drugsbestrijding, advies- en meldpunt kindermishandeling, beleid huiselijk geweld, enz. enz.
Van versnippering naar versterking
Het risico van deze veelheid is dat ieder een stukje van de problematiek voor z'n rekening neemt, maar niemand het overzicht heeft en - vooral - dat niemand eindverantwoordelijk is. Het kan voorkomen dat in een gezin waar veel problemen tegelijk spelen er een hele serie hulpverleners over de vloer komt die van elkaar soms niet weten wat ze doen of zelfs maar dat ze er zijn. Het is de bedoeling dat deze versnippering en verkokering wordt bestreden. Een centrum voor jeugd en gezin gaat daar een belangrijke rol in spelen, zo is de bedoeling. Niet om al die functies te vervangen, zeker niet, maar wel om samenwerking, coördinatie etc. te bevorderen. Voor de klant (hulpbehoevende) is minstens zo belangrijk dat dit centrum als het ware één loket vormt waar hij of zij terecht kan voor verschillende soorten hulp. Daarvoor worden ook systemen (intake, documentatie, indicatie e.d.) op elkaar afgestemd. Zoals een elektronisch kinddossier, waarmee wordt bereikt dat essentiële informatie op een centraal punt beschikbaar is. Ook wordt dan bevorderd dat de klant niet bij elke hulpverlener opnieuw z'n verhaal hoeft te doen. Uiteraard wordt de privacy daarbij bewaakt.
Oldebroek werkt eraan
Wij zijn onlangs naar een congres geweest van het Nationaal Platform Jeugd en Gezin. *) Daar werd de actuele stand van zaken op dit gebied doorgesproken met allerlei deskundigen. Ook werd er aan de hand van diverse praktijksituaties nagegaan wat werkt, hoe je iets moet aanpakken, en hoe niet. Zeer complex, soms moeizaam, maar ook erg verhelderend, boeiend en leerzaam. Bij onze fractie scoort het onderwerp jeugd hoog, en we werken er naar vermogen aan. In onze gemeente gebeurt er gelukkig veel goeds voor de jeugd. De schaal van problemen in grootstedelijke gebieden en achterstandswijken is een andere dan die van ons. Voor ouders is er opvoedingsondersteuning, er wordt geïnvesteerd in voor- en vroegschoolse opvang, er wordt samengewerkt in (overlast)netwerken, met organisaties die zich de positie van de jeugd aantrekken, enz. enz.
Verwachtingsmanagement
Een van de woorden die ons trof was ‘Verwachtingsmanagement'. Wat kan de burger, de maatschappij van de overheid, van de centra verwachten? Op de achtergrond daarvan speelt een aantal schrijnende misstanden die in Nederland de opinie en dus de politiek sterk hebben beïnvloed. Zaken als het maasmeisje, maar ook andere situaties waarin gezinnen, omgeving, hulpverlening kennelijk ernstig tekortschoten, worden dan uitvergroot en roepen om een krachtige aanpak. Terecht, want daarin komt soms al naar voren wat we hierboven omschreven als versnippering en verkokering; iedereen is ermee bezig, niemand voelt zich eindverantwoordelijk of hakt tijdig knopen door. Dit geeft een extra impuls aan het inrichten van centra voor jeugd en gezin.
Tussen bezinning en lef
Behalve durf in de aanpak is natuurlijk eerst inzicht nodig. Op diverse manieren werden we tijdens het congres ingevoerd in de ontwikkeling(sfasen) van de jeugd in het algemeen en die van probleemjongeren in het bijzonder, hoe instituten werken, het overheidsbeleid, enz. Professionals, wetenschappers, maar ook bestuurders leverden bijdragen. Wel of geen regie? Is het beter te spreken over verantwoordelijkheden dan over regie? Kun je over professionals wel regie voeren? En zo ja, door wie? Hoe? Hebben (kleinere) gemeenten wel voldoende power om jeugdzorg echt aan te pakken? Je voert dan immers regie over processen waarvan je niet helemaal eigenaar bent. Veel overleg is onontbeerlijk. Maar soms - zoals burgemeester Kaiser van Doetinchem ons voorhield - moet je ook wel eens gewoon je ‘hufterig' gedragen en actief door afspraken of praktijkgewoonten heen breken om een vreselijk probleem te voorkomen.
Conclusies
Een boeiend congres, een boeiend thema.
De slogan van de Centra voor jeugd en gezin is: één kind(gezin), één plan, één team.
Er is dus nog veel te doen.
Inge de Vries en Ton van Leijen
*) Nationaal platform voor jeugd en gezin; ontmoetingsplek voor professionals in jeugdzaken; Elsevier Congres 5 maart 2008.
Reacties op 'Jeugd en gezin'
Geen berichten gevonden
Log in om te kunnen reageren op nieuwsberichten.