Iedereen moet mee kunnen doen (Wmo beleidsplan 2008-2011)
De Wet Maatschappelijke Ondersteuning heeft grote gevolgen voor de manier waarop de gemeente omgaat met zorg voor mensen die dat nodig hebben. Maar niet alleen zorg, ook wonen en welzijn voor jong en oud. De gemeente heeft een beleidsplan geschreven om de WMO in de gemeente Oldebroek goed uit te gaan voeren. Het plan moet zorgen voor samenhang in het gemeentelijk beleid. Ook moet het ervoor zorgen dat de juiste dingen gedaan worden en dat alle partijen betrokken zijn. Tenslotte moet het ook nog eens betaalbaar zijn voor onze niet al te rijke gemeente.
Tijdens de raadsvergadering van dinsdag 15 april kwam het College met een voorstel tot vaststelling van het beleidsplan WMO 2008-2011.
Het plan heeft als titel: Eén Samenleving. De ChristenUnie kan zich daar goed in vinden. Iedereen moet mee kunnen doen in onze maatschappij. Het is niet goed dat mensen om wat voor reden dan ook buiten de boot zouden vallen.
Het is wel een zeer ambitieuze notitie geworden. Wij hebben - na uitgebreide bespreking in de Commissie Samenleving- tijdens de raadsvergadering voor drie punten nogmaals de aandacht gevraagd.
1. De gemeente is sinds vorig jaar verantwoordelijk voor de thuiszorg. Iedere zorgbehoevende moet daarom opnieuw gekeurd worden en op basis daarvan wordt de behoefte aan hulp berekend. De gemeente heeft dit uitbesteed aan het CIZ (centrum indicatiestelling zorg).
De indicatiestelling van het CIZ vindt doorgaans plaats door telefonisch een aantal vragen te stellen. Onze fractie heeft diverse signalen uit de Oldebroeker gemeenschap ontvangen dat met name kwetsbare ouderen daardoor minder zorg ontvangen dan zij eigenlijk nodig hebben. Uiteraard bestaat er de mogelijkheid om herindicatie aan te vragen als je het niet eens bent met de telefonische indicatie, maar de ervaring leert dat sommige ouderen niet gauw
klagen en de foutieve indicatie maar gelaten accepteren.
Telefonische indicatie zal in de meeste gevallen tot een juiste hulpvraag leiden, maar juist bij schrijnende gevallen is een huiselijk bezoek meer op zijn plaats.
Daarom onze vraag aan het College om in overleg te treden met het CIZ opdat zo mogelijk dit jaar nog naast de telefonische indicatie meer thuis bij de hulpvrager geïndiceerd wordt en dat zij ook de mantelzorger hierbij betrekken.
2. Een tweede punt van bezorgdheid van onze fractie is het volgende: als in een gezin één van de ouders ziek wordt, moeten de partner en kinderen in het gezin de taken overnemen, ook al heeft de partner een volledige baan en inmiddels ook de volledige zorg voor de kinderen erbij.
Als we dan overwegen dat de Wmo uit gaat van :
- "Iedereen kan meedoen"
-De Wmo mantelzorgers wil ondersteunen.
-Het voor het gezin belangrijk is dat tijdens de ziekte van een van de ouders het normale gezinsleven zoveel mogelijk moet worden voortgezet.
-Het van belang is voor ouders om tijd te hebben om met het gezin de ziekte te verwerken en de kinderen voor te bereiden op eventuele gevolgen van de ziekte
vinden wij het van belang dat een gezin in een situatie van ziekte zo goed mogelijk wordt ondersteund. Dit punt is wat ons betreft onderbelicht in de beleidsnotitie.
Wij snappen ook dat er bepaalde regels voor indicatie moeten zijn en dat het financieel onmogelijk is om overal professionele hulp te geven, maar de gemeente hoeft voor een sluitend netwerk niet zelf het wiel uit te vinden. Ze kunnen gebruik maken van vele ervaringen elders. Profiteer van de kennis over succesfactoren en valkuilen.
Één van de mogelijkheden zou zijn het onderzoeken van de mogelijkheid van "eigen kracht conferenties" voor gezinnen met kinderen..
Een eigen kracht conferentie is een instrument binnen de jeugdzorg om het sociale netwerk van een gezin dat problemen heeft centraal te stellen. Dit kunnen familieleden , vrienden bekenden of buren zijn. Zij krijgen de verantwoordelijkheid (samen met het gezin) voor het samenstellen en uitvoeren van een werkplan. Dit alles natuurlijk om tot verbetering van de situatie te komen.
We kunnen ons voorstellen dat iemand van het zorgloket het netwerk van een gezin in kaart brengt of daarvoor een vrijwilliger vraagt die de capaciteiten in huis heeft om dit te regelen
en zich niet eerder terugtrekt dan dat het netwerk goed draait.
3. Wij willen graag smart geformuleerde doelstellingen. Wij willen dat met alle inspanningen ook echt de maatschappelijke effecten worden bereikt die wij ons ten doel stellen. Desnoods klein te beginnen binnen één prestatieveld. In ieder geval moet duidelijk zijn : Wat willen we bereiken bij dit onderdeel, wanneer zijn we tevreden, wat gaat de gemeente er voor doen, hoe gaat de gemeente dat doen, wat gaat het kosten? Het moet ook concrete aanknopingspunten bieden om de voortgang goed te kunnen volgen in de periode van 2008-2011.
We waren blij met de beantwoording van de wethouder. Al onze punten zijn ingewilligd en we gaan er verder mee aan de slag in de commissie Samenleving.
De wethouder zal met het CIZ in overleg treden om zorg te dragen dat naast telefonische indicatie meer thuis bij de hulpvrager geïndiceerd kan worden. Ook moet de mantelzorger er dan bij betrokken worden.
Veel meer kunnen we nu nog niet zeggen omdat we eerst moeten afwachten wat er in de commissie. Samenleving verder gaat komen v.w.b. eigen kracht conferenties en smart geformuleerde doelstellingen.
Voor meer informatie over het digitale loket WMO van de gemeente Oldebroek http://www.lokaalloket.nl/oldebroek/
Inge de Vries-de Jong
Reacties op 'Iedereen moet mee kunnen doen (Wmo beleidsplan 2008-2011)'
Geen berichten gevonden
Log in om te kunnen reageren op nieuwsberichten.