Samenwerken, niet fuseren
Al eerder schreven we over de positie van Oldebroek. Het ging toen bijvoorbeeld om de bestuurskrachtmeting die de provincie heeft gedaan. Daar kwamen we niet slecht uit. Toch zijn er enorm veel ontwikkelingen gaande die naar de mening van onze fractie noodzaken tot bezinning. Zijn we voorbereid op de toekomst? Kunnen we wat we moeten,? Kunnen we wat we zelf willen? Dat is nodig omdat rijk en provincie ons soms ‘in de tang nemen’ (financieel en beleidsmatig), maar ook op basis van eigen ervaringen, zoals hardnekkige vacatures met als gevolg dure inhuur. Daarnaast is er sprake van stagnatie in de bevolkingsgroei, zelfs enige terugloop. En dan hebben we het nog niet gehad over de crisis en het sombere economische perspectief.
In de Raad van 27 januari 2009 behandelden we een voorstel tot renovatie van het raadhuis. Die plannen kostten niet alleen veel geld, maar riepen bij ons ook twijfels en vragen op: is die investering verantwoord in het licht van mogelijke toekomstige ontwikkelingen? We misten een afwegingskader. Dus vroeg onze fractie toen om een notitie over de positie van onze gemeente in strategisch perspectief, passend ook bij de bestuurskrachtmeting die toen parallel gaande was. Een notitie met als inhoud: inzicht geven in de feitelijke ontwikkelingen waarin Oldebroek zich bevindt, de actuele maatschappelijke, politieke en staatkundige trends, bewegingen van omliggende gemeenten. Dit laatste dan zo specifiek mogelijk over plannen van de buren op facilitair en gebouwelijk gebied. Ook de PvdA vroeg een visie voor de langere termijn. Het college zag wel wat in dat verzoek en zegde toe de notitie te zullen leveren.
Dat heeft ze gedaan: in de Raadsvergadering van 3 november jongstleden voerden we het woord over een Notitie positie gemeente Oldebroek in relatie tot ontwikkelingen in overheidsland. Het college vroeg instemming van de raad met de beleidsrichting daarin verwoord. Namens onze fractie heb ik gezegd dat we blij zijn met deze heldere notitie geworden. Ze is to the point, en gaat adequaat in op wat er zoal gaande is. De notitie formuleert op een abstracter niveau dan sec-het plan voor renovatie van het gemeentehuis, en dat wilden we ook graag. We herkennen de geschetste ontwikkelingen. Ook steunen we de pragmatische koers die het college hierin voorstelt. We onderschrijven ook van harte de overwegingen dat
- de hoeveelheid werk voor gemeenten eerder toe- dan afneemt
- een gemeentegrootte wenselijk is waarbij er nog een goed contact is tussen kiezers en gekozenen
- en dat het gemeentelijk apparaat een bepaalde minimumomvang en kwaliteitsniveau nodig heeft.
En we stelden dat onze fractie niet koerst op fusie of gemeentelijke herindeling, maar juist op het versterken van onze positie door samenwerking. Samenwerking, om kapitale investeringen te kunnen delen/spreiden, onze kwetsbaarheid in cruciale of dure disciplines te verminderen, etc. Dus niet alleen gebouwelijk, maar ook wat speciale functies betreft. Gelukkig zijn in dat spoor al goede voorbeelden voorhanden.
Waar de strategische schets ophoudt willen wij een volgende stap doen. En dus gaven we aan graag te zien dat het college actief in de regio, met de buurgemeente, in de verschillende netwerken en verbanden waarin het opereert, dus college-breed, inventariseert welke plannen en voornemens men daar heeft. Dat is niet simpel. We trokken een vergelijking met het onderwerp van de multifunctionele accommodaties (mfa); daar is er de bekende neiging vaak dat iedere club graag z’n eigen veld, honk, voorziening etc. wil hebben, en niet erg warm loopt voor het delen daarvan met anderen – om het maar zacht uit te drukken. Een bekend menselijk verschijnsel. Maar we voegden daaraan toe dat overheden daarin het goede voorbeeld kunnen geven door zelf wel te ‘masseren’, door anderen gevoelig te maken en warm te krijgen voor de mogelijkheid meer samen te doen. We gaven aan dat dit iets is dat niet kan wachten op de verkiezingen. Juist in de aanloop daar naar toe zal het zinnig zijn dit bij de buren in de week te leggen. We vroegen of het college bereid was dit op te pakken.
Portefeuillehouder burgemeester Zielhuis beantwoorde onze en andere vragen. Daarbij gaf hij aan onze denkrichting en wensen te delen. Tegelijkertijd schetste hij hoe dat in de praktijk werkt. En het mag gezegd: daarbij bleek er al meer te gebeuren dan wij als raad konden waarnemen. Om dit doel te bereiken zijn zorgvuldige processen nodig. Daarom stelde hij dan ook voor om hier als college en als raad regelmatig aandacht aan te blijven besteden, en deze processen te blijven monitoren via de bestuursrapportages die elk kwartaal verschijnen. De argumenten van het college overtuigden ons, zodat we afrondend aangaven graag met het voorstel tot monitoring mee te gaan.
Ton van Leijen
Reacties op 'Samenwerken, niet fuseren'
Geen berichten gevonden
Log in om te kunnen reageren op nieuwsberichten.