Een raadslid is niet van de afdeling klantenservice
Wie zegt ‘gemeentebestuur’ bedoelt daarmee meestal de drie organen: raad, college en burgemeester. Ze hebben alle drie een verschillende positie, taken en verantwoordelijkheden. Onlangs spraken we in de gemeenteraad over bestuurlijke vernieuwing. Een collegelid stelde toen ‘de raad bestuurt, het college voert uit’. Onze fractie reageerde daarop met de stelling dat dat niet klopt. De wethouder was het niet met ons eens, gesteund door de voorzitter van de raad. Merkwaardig genoeg volgde er geen debat.
Raakt dit de burger? Ja, want de burger moet weten bij wie zij of hij terecht kan. Het college voert de wetten uit, inclusief de verordeningen van de raad. De burger komt meestal eerst terecht bij de behandelende ambtenaar, maar moet daarna ook terecht kunnen bij zijn of haar lokale bestuur. Daarom vinden wij spreekuren van wethouders belangrijk. De raad geeft de kaders aan (begroting, verordeningen, plannen, beleidsuitspraken) waarbinnen het college bestuurt. En daarna controleert de raad weer of dat goed gebeurt. Daarbij moet de raad als volksvertegenwoordiger een goede antenne hebben voor wat er leeft in de samenleving. Zodat je kunt checken of het beleid en het bestuur wel goed werken.
Wanneer raadsleden hun mening geven in commissie- of raadsvergaderingen dan zou het goed zijn als daaruit ook blijkt dat ze weten wat er bij de burgers leeft. Dat ze de meningen, gevoelens en behoeften van burgers kennen. Dat betekent niet dat burgers altijd hun zin kunnen krijgen. Want een raadslid zal altijd het algemeen belang moeten afwegen. De vraag is daarbij: waar is de samenleving als geheel het meest mee gediend? Daar ligt wel een probleem: het valt niet altijd mee burgers duidelijk te maken waarom iets soms niet kan. Soms moet het algemeen belang zwaarder wegen, soms is er geen geld voor, soms heeft de gemeente maar weinig speelruimte als gevolg van hogere overheden en hun regels. Als je zulke dingen begint uit te leggen krijg je de handen niet gauw op elkaar. Maar dit zijn wel de afwegingen waarvoor de raadsleden zijn gekozen. Sterker nog: burgers zouden juist hieruit de kwaliteit van een raadslid kunnen afleiden: geen mooi weer spelen naar de burger, maar zuiver en rechtvaardig zaken afwegen. (Jan Klein schrijft hierover zinnige dingen in De Weekkrant van 29 maart 2011).
In 2002 werd in Nederland het dualisme ingevoerd. Dus ook in Oldebroek. Toen zijn de bestuurlijke taken van raad en college (het ‘monisme’) uit elkaar gehaald. Wethouders zijn sindsdien geen lid meer van de raad, en de raad moet het college als uitvoerende bestuurders vooral voorzien van beleid en geld en controleren. Binnen de piketpaaltjes van de raad moet het college besturen. Als een burger met een knelpunt dus bij een raadslid aanklopt dan behoort dat raadslid als regel die burger te begeleiden naar de plek waar het onderwerp behandeld hoort te worden. Dus zal er dan meestal geadviseerd worden om contact op te nemen met een ambtenaar of een wethouder.
Een raadsfractie is dus geen actiegroep, geen bureau klantenzorg. Dat voorkomt ook ‘vriendjespolitiek’. Hij of zij kan de burger wel adviseren of procedureel helpen, maar de bestuurlijke beslissingsbevoegdheid ligt bij het college, en niet bij de raad. Het raadslid dient dan wel te ‘checken’ of de burger ook echt geholpen wordt of werd. En zo niet zich dan inspannen om dat alsnog te bereiken. Soms is dat nodig, want onze samenleving is niet perfect. Maar als dat te vaak gebeurt is er iets mis. In het ergste geval kan de raad een college dat het al te bont maakt naar huis sturen. Zo zout hebben we het in Oldebroek gelukkig nog nooit gegeten.
In dit stukje hebben we wat hardop gedacht over onze lokale ‘staatsinrichting’. Het is zuiver om de genoemde rollen uit elkaar te houden. Raadsleden moeten in moeilijke dossiers de rug recht durven te houden in het algemeen belang. Maar ook een scherp oog hebben voor individuele belangen. Dat vergt ook een goed onderscheid ten opzichte van taken en verantwoordelijkheden van anderen. Dat is belangrijk voor burgers, voor instellingen en verenigingen. Maar ook voor ambtenaren en wethouders. Zo blijft duidelijk wie er waarvoor verantwoordelijk is en daarop kan worden aangesproken.
Ton van Leijen
Reacties op 'Een raadslid is niet van de afdeling klantenservice'
Geen berichten gevonden
Log in om te kunnen reageren op nieuwsberichten.