Windmolens, stapje voor stapje
Er is weer een stap gezet in de procedure om te onderzoeken of het mogelijk is te komen tot de plaatsing van 4 windmolens bij Hattemerbroek. De raad gaf op 8 maart met grote meerderheid van stemmen (16 voor en 3 ABOstemmen tegen). fiat aan het principeverzoek van Biomassa Van Werven B.V. voor het oprichten van een windturbinepark. Er kan nu begonnen worden met het opstellen van de onderzoeksvragen voor de plan-MER.
De plaatsing van windmolens is een ingrijpende zaak in de leefomgeving van mensen. Het onzekere maakt emoties los: wat gaan we er van zien of horen, of welke overlast zullen we krijgen? Daar zijn we ons als raad goed van bewust. Daarom hebben we er ook voor gekozen om een uiterst zorgvuldige procedure te volgen. In de raadsvergadering van 28 juni 2011 spraken we af dat er eerst nog een aantal zaken geregeld moest worden voordat initiatiefnemer kan beginnen met het opstellen van de notitie Reikwijdte en Detailniveau. Dit is een notitie waar de onderzoeksvragen zijn geformuleerd welke onderzocht moeten worden in de plan-MER (Milieu Effect Rapportage).
Zo hebben we afgesproken dat het goed geregeld moet worden dat de molens na 25 jaar (of eerder als ze niet meer exploitabel zijn) werkelijk worden afgebroken. Ook vinden we het belangrijk dat de buurgemeenten worden geïnformeerd. Een belangrijke voorwaarde is het maken van een goed communicatieplan. Als fractie van de ChristenUnie vinden we het belangrijk dat de omwonenden niet alleen worden geïnformeerd maar ook worden geraadpleegd. Daarom hadden we samen met het CDA een amendement voorbereid om dit vast te leggen in het communicatieplan. Gelukkig dacht de gehele raad daar net zo over en werd dit voorstel unaniem aangenomen.
In de commissievergadering hadden omwonenden ons erop gewezen dat de afstand waarop omwonenden tot de directe project omgeving worden gerekend niet conform de uitspraak van de Raad van State was. Deze had een afstand van 1500 meter aangegeven. We hebben dit dan ook graag overgenomen en dit aangepast in het plan. Een ander punt wat we aangepast hebben in het communicatieplan is het totale vermogen wat genoemd wordt. In het plan stond “het gezamenlijke vermogen bedraagt circa 9 MW (4 x 2,6 MW) “, dit kan natuurlijk niet goed zijn. Dit communicatieplan heeft geen rechtskracht waar rechten aan ontleend kunnen worden, dat wordt later geregeld in een bestemmingsplan. Maar voor de duidelijkheid hebben we dit aangepast in 9 tot 12 MW. Omwonenden spraken ons er later op aan dat we daardoor de mogelijkheden hadden opgerekt maar dat is niet juist. Het is zo dat de turbines die in de molens worden geplaatst door nieuwere technieken steeds veranderen, lees: met de zelfde omvang meer vermogen leveren. De hoogte en diameter zijn nog steeds afgebakend zoals in het eerste plan op 105 meter ashoogte en 90 meter diameter.
Initiatiefnemer van Werven had in eerdere sessies al verschillende toezeggingen gedaan om de impact van de molens enigszins te compenseren. Zoals het doneren van jaarlijks € 1.000,= aan de Stichting Vrienden van het Boerenland. En de toezegging om 0,1 Eurocent per geleverde kilowattuur (wat neer komt op circa € 24.000,= per jaar) te doneren aan een nog op te richten stichting een “wildplanfonds”. Deze stichting mag allerlei maatschappelijke doelen, gemeenschapsleven on/of duurzame activiteiten in de regio ondersteunen. Deze toezeggingen zijn voor ons geen voorwaarde. Dit project is een particulier initiatief. De bevoegdheid van de raad ligt wat ons betreft dan ook in de toetsing aan eigen politieke visie en aan beleid en regelgeving. Wel vinden we het te waarderen dat de initiatiefnemer betrokkenheid met de omgeving toont en middelen aanreikt om maatschappelijke doelen te steunen. In een gesprek met van Werven, dat we voerden samen met de CDA-fractie, hebben we gevraagd of Van Werven nog mogelijkheden zag om de direct omwonenden enigszins te compenseren. We kregen de toezegging dat hij bereid is een plan uit te werken om, naast de toezeggingen die hij al had gedaan, de omwonenden van de geplande molens te laten profiteren van de opbrengsten d.m.v. een korting op de energienota. Dit is voor ons geen voorwaarde om verder te gaan - tenslotte vragen we zo langzamerhand wel erg veel van de initiatiefnemer - maar wel een signaal dat de initiatiefnemer naast de commerciële belangen en ideologische doelstellingen die hij heeft, ook bereid is een deel van de opbrengst te delen met de omgeving.
We vinden het wel belangrijk dat deze toezeggingen inclusief de laatstgenoemde nader uitgewerkt worden in bruikbare en vooral concrete documenten. Zodat het voor omwonenden en belanghebbenden niet alleen duidelijk is welke toezeggingen er zijn gedaan, maar vooral dat duidelijk is wat dit voor hen betekent, en onder welke condities men hier voor in aanmerking komt of mee kan doen. Een motie om dit te regelen kreeg ook raadsbrede steun.
De voorwaarden die we op 28 juni 2011 gesteld hadden zijn naar de mening van de raad voldoende uitgewerkt. De volgende stap is het opstellen van de onderzoeksvragen. Als die vastgesteld en goedgekeurd zijn kan het milieu- en effectenonderzoek uitgevoerd worden en inzicht geven of het wel of niet mogelijk is windmolens op de beoogde locatie langs de N50 te plaatsen. We blijven nog wel even bezig.
Engbert Jan Ruitenberg
Reacties op 'Windmolens, stapje voor stapje'
Geen berichten gevonden
Log in om te kunnen reageren op nieuwsberichten.