Raadsleden in de schijnwerpers
Gaan Mark Rutte en Diederik Samsom ervoor zorgen dat onze PvdA en VVD verdwijnen? Voor de verkiezingen vermeldde het VVD-verkiezingsprogramma dat het aantal raadsleden met 25% zou moeten verminderen. De PvdA wilde naar een afname van ongeveer 10%. Als reden tot deze vermindering gaven deze partijen dat het naast een besparing ook een hogere bestuurlijke slagvaardigheid en effectiviteit zal opleveren. Uit onderzoek blijkt inmiddels dat dit bepaald niet wordt gesteund door de raadsleden van die partijen. Vier van de vijf raadsleden in Nederland wijzen de plannen van het (oude) kabinet Rutte af.
Ruim 88% van de PvdA-raadsleden meent dat het aantal volksvertegenwoordigers minimaal gelijk moet blijven. Bij de VVD is dat 64%. De opbrengst van bestuurlijke slagvaardigheid en effectiviteit wordt door nog geen 18% van de raadsleden als realistisch effect verwacht. Daarentegen verwacht het merendeel dat snijden in het aantal raadsleden een toename van de werkdruk en tijdsbesteding met zich mee brengt. Ook verwachten ze dat een groot aantal raadsleden zal afhaken, en dat het moeilijker zal worden nieuwe raadsleden te vinden. Velen voorspellen daarnaast dat het contact met de bevolking zal afnemen als gemeenteraden kleiner worden. Of het plan ongewijzigd zal doorgaan is op dit moment nog de vraag. De Raad van State is er negatief over. Dit hoge orgaan vindt dat er kwalitatief en kwantitatief andere eisen worden gesteld aan het raadslidmaatschap dan vroeger.
Wij herkennen ons in de mening van de meerderheid van raadsleden en het advies van de Raad van State. Eerder noemden wij op deze plek snijden in het aantal raadszetels al een ‘onzalig’ plan (zie ons bericht eind vorig jaar). Een van de doelstellingen van het dualisme was dat raadsleden minder zouden vergaderen en meer tijd konden besteden aan burgercontacten. Dat is nog steeds een goed uitgangspunt. Maar even goed valt het niet mee om b.v. 30% (een ideaalnorm) van je tijd vrij te maken voor bijvoorbeeld overleg met burgers over wat hen bezighoudt. Afgezien van trieste uitzonderingen waarover je wel eens leest besteden raadsleden veel tijd en leveren ze veel inzet.
Omstandigheden verschillen per gemeente. Alleen al de grootte van een gemeente is van flinke invloed op de vergoeding. Een raadslid in Kampen krijgt ongeveer tweemaal zoveel vergoeding als onze raadsleden, die in Zwolle bijna drie keer zoveel. Daar kun je behoorlijke vraagtekens bij zetten. Evenals bij de opvatting van veel raadsleden in grotere gemeenten (boven de 50.000 inwoners) dat raadswerkzaamheden om een fulltime functie vragen. Als dat de situatie zou worden belemmert dat een gezonde doorstroming. En we willen toch volksvertegenwoordigers die midden in de samenleving staan, en gewoon overdag een baan hebben? De vergoeding moet idealiter zo laag zijn dat het raadslidmaatschap gemotiveerde mensen oplevert, waarbij een soort roepingsbesef (je inzetten voor de samenleving) voorop staat. Tegelijkertijd is het waar dat een redelijke vergoeding het weer mogelijk maakt om bijvoorbeeld korter voor je baas te gaan werken in het belang van je raadswerk. Wie het voor het geld doet kan daarom beter kantoren gaan schoonmaken: levert meer op en kost je minder tijd. Die werkers hebben we zeker ook nodig, net zoals personen die steeds de brug tussen overheidsbestuur en samenleving bewaken.
Ton van Leijen
Reacties op 'Raadsleden in de schijnwerpers'
Geen berichten gevonden
Log in om te kunnen reageren op nieuwsberichten.