Succesfactoren voor gemeentelijke samenwerking
In een artikel in De Stentor van 5 april wordt geconstateerd dat het samenwerkingsverband MeerInzicht geen toekomst heeft. Nadat Putten, Elburg en Nunspeet eruit zijn gestapt blijven daar Harderwijk, Ermelo en Zeewolde over. Redacteur Wijnand Kooijmans geeft als zijn mening dat in plaats van Meerinzicht de Regio Noord Veluwe een goed alternatief is. Hij meent dat fusies tussen twee of drie gemeenten niet voldoen aan wat minister Plasterk eist. ‘Alleen samen staat men sterk. Dat besef dient door te dringen tot alle verantwoordelijke bestuurders’ luidt zijn prikkelende conclusie. Klopt ze ook? Een verkenning.
Bij de verantwoordelijke bestuurders van de betreffende gemeenten is er zeker besef van vooral de schuivende panelen bij de rijksoverheid waardoor gemeenten in een nieuwe klem dreigen te komen. Al eerder waren er ontwikkelingen die tot samenwerking dwongen. Ik ga ze hier niet opnieuw noemen. Maar wat bij al die vormen van samenwerking opvallend was en is betreft het soort zaken waar het dan om gaat, en het niveau waarop samenwerking gewenst is. Daarin ligt denk ik ook de verklaring voor het feit dat gemeenten door de jaren heen allerlei ‘vrijages’ zijn aangegaan, waarvan velen uiteindelijk niet tot een verloving of huwelijk hebben geleid. Zo bleek het samenwerkingsverband Regio Noord Veluwe niet voor iedereen te passen bij het gewenste eigen plaatje, werden sonderingen of ook ingezette samenwerkingen tussen bijvoorbeeld Elburg en Oldebroek, maar ook tussen Nunspeet en Elburg voortijdig afgebroken. Het lijkt maar steeds niet te lukken met overtuiging de juiste vorm te vinden. En nu recent zijn dus achtereenvolgens drie gemeenten uit het samenwerkingsverband rond Harderwijk Meerinzicht gestapt. Alleen H2O, de samenwerking van Hattem, Heerde en Oldebroek staat nog overeind. Wel zijn er ook twijfels binnen deze gelederen te constateren over een versteviging van deze samenwerking in de vorm van een fusie. Maar op dit moment is H2O nog hecht.
Strategische vragen
In dit krachtenveld van vele bewegingen is het een goede zet van een achttal gemeenten om op een strategisch niveau – dus in zekere zin boven al die ontwikkelingen uit - een convenant aan te gaan. In deze ‘strategische alliantie Noord Veluwe’ nemen deel Elburg, Ermelo, Harderwijk, Hattem, Heerde, Nunspeet, Oldebroek en Putten. Men wil er graag ook Epe en Apeldoorn bij betrekken. Dit staat dus los van andere bestuurlijke samenwerkingsconstructies zoals mogelijke fusies van gemeenten. Wat dit laatste betreft wil minister Plasterk dat gemeenten vóór 31 mei duidelijk maken met wie ze willen samenwerken om bijvoorbeeld en aantal dossiers op te pakken die naar de gemeenten komen. Recent heeft hij aangegeven dat dit nog niet dwang betekent om met dezelfde partners toe te werken naar een fusie tot nieuwe gemeenten met 100.000 inwoners. Vragen die nu voorliggen zijn: welke varianten zijn er denkbaar voor hernieuwde samenwerking? Welke positie zal het afgeslankte MeerInzicht innemen? En als H2O niet tot een fusie zou leiden, wat dan? Elburg heeft interesse getoond in H2O, maar sprak ook uit niet te willen fuseren. Nunspeet noemt Elburg nu weer een natuurlijke partner waarmee bij voorkeur (opnieuw) samenwerking zou moeten worden opgepakt.
Koersen op inhoud
Een van de gevaren die de Stentor-redacteur noemt is dat we te zeer eigen koninkrijkjes in stand zouden willen houden. De prikkelende typering laat ik bij hem liggen, maar er is inderdaad een risico dat gemeenten op voorhand een te grote vrijheidsclaim vastleggen als barrière voor een open verkenning van wat er toekomstgericht nodig en mogelijk is. Natuurlijk snap ik wel dat men dat ook doet als geruststellend gebaar naar achterbannen en eigen bevolking. Tegelijk lijkt het me weinig vruchtbaar om elkaar tot strategieën te verleiden waarbij prestige-aspecten een rol spelen, of waarbij de toekomst van bestuurlijke samenwerking tezeer inzet van partijpolitiek en dus de verkiezingen volgend jaar wordt. Dat hadden de drie colleges van Hattem, Heerde en Oldebroek vorig jaar goed in de gaten toen zij eensgezind voorstelden de voordelen van fusie boven andere vormen grondig te gaan verkennen. ‘Kies op mijn partij want wij zijn tegen fusie’ klinkt wel aardig, maar stel je daarmee de bestuurlijke stabiliteit van je eigen gemeente veilig? Beter is het daarom te koersen op inhoudelijke argumenten. En daar is nog veel werk te verzetten.
Krachtige Veluwe
In afwachting van de definitieve koers die binnen H2O wordt uitgezet is er inmiddels voldoende reden om als drie partners gelet op de vele ontwikkelingen en de dwingende aanwijzingen van minister Plasterk ons verder te bezinnen en verkenningen te plegen. Zo is bij onze fractie – maar gelukkig ook bij veel anderen – de overtuiging gegroeid dat een krachtige bestuurlijke Veluwe nodig is. Ook los van de dwang van rijk en provincie is er een economische noodzaak, mee ingegeven door de financiële en economische crisis. Bestuurlijke versterking is mogelijk door aan de geografische linkerkant redenerend vanuit Hattem en Oldebroek ook Elburg als partner te beschouwen, en aan de oostelijke kant vanuit Hattem en Heerde ook Epe te betrekken. Gesprekken daarover lopen, over de uitkomst valt nog niet veel te zeggen. Parallel daaraan is er nu dus het bestuurlijke convenant van de genoemde 8 gemeenten, dat binnen een jaar een goede bedding moet krijgen. Op het niveau van gemeentelijke samenwerking denken H2O en MeerInzicht na over hun toekomst, en daarnaast oriënteren Elburg, Nunspeet en Putten zich op wat hen nu te doen staat.
Succesfactoren
Het lijkt me essentieel dat alle betrokkenen zich grondig buigen over de vraag waarom zoveel ingezette samenwerkingen zijn gestrand, en wat daarvan is te leren. Het begint met kennis van de vele en complexe ontwikkelingen. En vervolgens is er inzicht nodig in wat men zelf kan, waarvoor men anderen nodig heeft, en welke vormen van samenwerking daarvoor het meest geëigend zijn. Dus niet eerst een structuur kiezen om vervolgens te constateren dat die toch niet volstaat. Op basis van een gedegen visie zal er dan een koers moeten worden uitgezet met draagvlak. Dat vraagt om vertrouwen. Maar ook om de bereidheid iets van je zelfstandigheid op te geven: een huwelijk waarbij alleen de ander zich moet aanpassen zal heel gauw stuklopen. Geen koudwatervrees dus maar bestuurlijke en politieke moed. Want of het nou om MeerInzicht, H2O of de andere partners in de regio gaat: men moet niet opnieuw erachter komen dat de gekozen vorm ’toch niet de goede is’. Vertrouwen en draagvlak moeten gelijkvallen. Dan is de volgorde (wie zich bij wie aansluit) niet meer belangrijk, want echte partners behandelen elkaar gelijkwaardig. Je bent partner, of je bent het niet. Dit is – tot slot – ook absolute voorwaarde voor een belangrijke fase waaraan we nog nauwelijks toekomen: met een doortimmerd verhaal naar de burgers gaan en met hen de dialoog daarover openen. Je krijgt burgers niet warm voor een aanpak als je da ar zelf nog niet overtuigd van bent.
Ton van Leijen
Reacties op 'Succesfactoren voor gemeentelijke samenwerking'
Geen berichten gevonden
Log in om te kunnen reageren op nieuwsberichten.