Speeltuinen: dialoog met samenleving brengt nieuwe inzichten
Afgelopen week vergaderden de werkgroep met andere betrokken burgers rond het onderwerp van de speeltuinen. Het proces mag bekend zijn: de gemeenteraad heeft moeten besluiten dat het instandhouden van deze terreintjes niet langer een kerntaak van de gemeente kan zijn. Daarom is het college een dialoog met de samenleving aangegaan over hoe dit uitgewerkt zou kunnen worden. Aan de hand van een aantal varianten is een werkgroep van constructieve burgers aan de slag gegaan. Afgelopen week presenteerden zij de resultaten van hun onderzoek aan de andere contactpersonen van speeltuintjes. Daarbij waren raadsleden welkom als toehoorders.
Het mag gezegd worden: de werkgroep past een dik compliment voor de positieve manier waarop zij hun taak hebben opgepakt. Aan de hand van een business-case werd geschetst wat in elk van die varianten de uitkomst zou zijn. Dat leverde verschillende gezichtspunten op. De eerste en meest opvallende is dat de werkgroep moest constateren dat er in elke variant al na enkele jaren een nadelig saldo zou ontstaan op exploitatie in eigen beheer door burgers. Daarnaast waren er duidelijke aarzelingen op het vlak van aansprakelijkheid, bereidheid van buurtbewoners om iets voor de instandhouding te doen, e.d. Uiteraard bestaan er daarbij grote verschillen per buurt. Na enige discussie kwam de werkgroep dan ook met het voorstel om de opdracht terug te leggen bij de wethouder, en via de wethouder bij college en raad. De werkgroep zag alleen ruimte als de raad zou kunnen besluiten om in termen van de kerntakendiscussie speeltuintjes weer als plustaak (en niet als resttaak) te benoemen. Vervolgens zou de werkgroep kunnen bezien op welke manier de samenleving dan wel een rol zou kunnen spelen die én voor burgers haalbaar en betaalbaar is, én waarmee de gemeente toch ook het nieuwe beleid effect kan laten krijgen. Dat is helder, dus als raadsfractie wachten we nieuwe voorstellen van het college af.
Er waren echter daarnaast nog de nodige inspirerende momenten die het verdienen om als samenleving en overheid ons verder op te richten. Dat betreft de mogelijkheid om het speeltuintjes onderwerp in een breder kader te zien, door ook de groenvoorzieningen erin te betrekken, maar ook door een begeleide sanering van het aantal speelplekken (nu 41, maar lang niet allemaal meer nodig). En ook door een opzet met andere of lagere ambities wat toestellen e.d. betreft, minder, of meer gespreid. Hoewel we hier later nog op terug denken te komen ligt hier wel degelijk perspectief voor een frisse en verantwoorde aanpak, waarbij juist de burgers zelf het best weten wat er nodig is en waar en daarvoor input leveren.
Wat in de raadsvergadering door zowel college als de meeste partijen werd beaamd (namelijk: serieus samen de haalbaarheid van de varianten verkennen om daarna te bezien of de insteek nog anders zou moeten zijn, werd voor ons als een goede keuze bevestigd in de bijeenkomst deze week. Wij ontmoeten burgers die het probleem van de overheid onderkennen, en creatief willen nagaan wat voor eigen buurt en samenleving wenselijk en haalbaar is, en wij willen hen niet voor de voeten lopen. In een eerdere discussie op deze plaats gaf collega Engbert Jan Ruitenberg al aan dat we ons niet moeten mengen in de zelfstandige oordeelsvorming van de burgers. Die benadering heeft goed gewerkt: de werkgroep kwam met een deskundige analyse. De burgers mogen nu van college en raad verwachten dat zij de conclusies daaruit betrekken in het vervolg.
Wim Boer en Ton van Leijen
Reacties op 'Speeltuinen: dialoog met samenleving brengt nieuwe inzichten'
Geen berichten gevonden
Log in om te kunnen reageren op nieuwsberichten.