Kunstgras en BTW, hoe zit het nou echt?
Het leek vorig jaar allemaal zo mooi dat de drie grote voetbalverenigingen een kunstgrasveld zouden krijgen. De voorwaarden leken helder, de raad had beslist, dus niets stond de verenigingen meer in de weg om aan de slag te gaan. Of toch niet?
Wat de Raad had besloten
Tijdens de raadsvergadering van 23 januari 2013 besloot de raad om aan de drie voetbalverenigingen van onze gemeente een bedrag van maximaal 340.000 euro te verlenen voor de aanleg van een kunstgrasveld. Voorwaarde was wel dat van het totale bedrag voor de aanleg de gemeente 85% zou betalen en de verenigingen 15%. In dit geval zou dat betekenen dat een kunstgrasveld 400.000 ex. BTW euro zou mogen kosten waarvan 340.000 euro voor rekening van de gemeente zou komen (85%) en 60.000 (15%) van de vereniging zelf. Blijdschap alom, want bij de voetbalverenigingen leefde allang de wens voor een kunstgrasveld om het tekort aan velden op te lossen.
Tijdens gesprekken tussen gemeente en voetbalverenigingen daarna is gesproken over het oprichten van een stichting voor de voetbalverenigingen, zodat zij de BTW konden terugvragen, en er niet nog meer geld nodig was dan de bedragen zoals hierboven genoemd.
Eind goed al goed zult u denken, vooral omdat één van de voetbalverenigingen voortvarend aan de slag is gegaan en ondertussen al een kunstgrasveld heeft aangelegd, waarop volop gespeeld wordt. Helaas toch niet helemaal.
Verwarring/verheldering
In de commissievergadering van 14 januari 2014 kwamen de verenigingen met een ander verhaal. De BTW zou vooraf al afgetrokken worden van het bedrag van 340.000 en ze zouden dus een veel lager bedrag krijgen dan waarop ze gerekend hadden. Na een wat ingewikkelde bespreking in de commissievergadering kwam de wethouder met een verhelderend antwoord (hetzelfde als waar we mee begonnen): de voetbalverenigingen krijgen voor de aanleg van een kunstgrasveld 340.000 euro. In totaal mag een kunstgrasveld dus 400.000 euro kosten waarvan de gemeente dan 85% betaalt. De 84.000 BTW die betaald moet worden over het bedrag van 400.000 krijgt de stichting terug van de belasting.
Duidelijk!
Twee opdrachten voor de wethouder
Er blijven echter nog wel twee aandachtspunten over:
De wethouder moet nog eens goed met VSCO in gesprek gaan over de toerekening van eigen uren die ingezet zijn om het kunstgrasveld te realiseren. Zij hebben namelijk door zelfwerkzaamheid veel kunnen besparen en zo is het eindbedrag lager uitgekomen dan de 400.000 euro die uitgetrokken is voor het kunstgrasveld. Dat betekent echter ook dat de bijdrage van de gemeente lager uitvalt, omdat immers wordt uitgegaan van 85% van het totale bedrag. Wij vinden dat zelfwerkzaamheid beloond moet worden en dat je de ingezette uren door vrijwilligers mag optellen bij wat de aanleg van het kunstgrasveld uiteindelijk echt gekost heeft. De wethouder heeft ons de toezegging gedaan om hier rekening mee te houden en met VSCO hierover nog in gesprek te gaan.
Het tweede aandachtspunt gaat over de Stichting die is opgericht door iedere voetbalvereniging zodat zij de BTW kunnen terugvragen. De belastingdienst is streng in het beoordelen van dergelijke stichtingen of zij wel aan alle eisen voldoen die daarvoor gelden. Over drie jaar zal de toetsing plaatsvinden en de wethouder heeft ons de toezegging gedaan hierop goed te zullen letten en de Stichting bij te staan met raad en daad.
Fijn. En nu maar hopen op veel sportief voetbalplezier.
Inge de Vries
Reacties op 'Kunstgras en BTW, hoe zit het nou echt?'
Geen berichten gevonden
Log in om te kunnen reageren op nieuwsberichten.