Toen ik officieel op de verkiezingslijst voor de gemeenteraadsverkiezingen van 2014 stond, sprak een man me aan en vroeg: “Dus jij wilt met je dikke kop in de krant?” Hatseflats, daar stond ik dan als rookie in de politiek. Ik had natuurlijk kunnen vragen wat hij bedoelde met een “dikke kop” en dat het überhaupt wetenschappelijk niet vaststaat dat ik een “dikke kop” heb; het woordje “dik” is immers afhankelijk van relativiteit. 

Ik vroeg de man tot welke politieke partij hij behoorde, maar dat wilde hij niet vertellen. Het valt me op dat er regelmatig negatief en ongenuanceerd wordt gesproken over (lokale)politiek en dat men deze opvattingen niet via constructieve en formele communicatielijnen bespreekt. Waarom sprak de man mij niet aan over inhoudelijke aspecten van de politiek en waarom wilde hij niet vertellen bij welke partij hij hoorde? 

Ooit leerde ik een eenvoudige, maar wetenschappelijk juiste kapstok waaraan de mens zijn/haar mening kan hangen. De mens bouwt zijn mening op een “Godsdienstige levensbeschouwing”, of op een “niet-Godsdienstige levensbeschouwing”. Bouwt de mens zijn/haar mening op een “Godsdienstige levensbeschouwing”, is de bron het heilig boek, wat dan weer letterlijk uitgelegd kan worden of meer naar tijd en cultuur. Bouwt de mens zijn/haar mening op een “niet-Godsdienstige levensbeschouwing”, dan is de mens of zijn mensen de bron waaruit geput kan worden (K.I.M. Kennis Is Macht). Dit geldt natuurlijk ook voor de keuze van de politieke partij, een tussenweg is er niet: je bent godsdienstig, of niet! 

Voor alle politieke partijen is het belangrijk dat mensen lid worden (“to be, or not to be”). Het heeft als grote voordeel dat je via de formele kanalen kunt meepraten over de dingen die je belangrijk vindt. Dit helpt dan weer voor de input van de partij, het heeft als meerwaarde dat je van elkaar leert en dat er via de officiële kanalen kan worden gepraat. Roddels, of zoals de Bijbel zegt “zotteklap” wordt dan meer uitgebannen. 

Word lid, …u bent nodig, …we zijn leden van één lichaam, waarvan Jezus het hoofd is (Colossenzen 1: 18 – 20)! 

Shalom,

Berend Jan Spijkerboer