"De brede school is een samenwerkingsverband tussen partijen die zich bezighouden met opgroeiende kinderen. Doel van het samenwerkingsverband is de ontwikkelingskansen van de kinderen te vergroten. Een ander doel kan zijn een doorlopende, en op elkaar aansluitende opvang te bieden.
Onderwijs is in elk geval participant. Kinderopvang, welzijn, peuterspeelzaal, sport, cultuur, bibliotheek en andere instellingen kunnen ook een onderdeel van de brede school zijn". (Bron: www.bredeschool.nl)
Met de bovenstaande definitie in het hoofd, was onze fractie erg blij met het Collegevoorstel op 6 maart 2007: een "startnotitie brede school ontwikkeling Oldebroek". Een bekroning van de vele keren dat we dit onderwerp dat we als partij onder de aandacht hadden gebracht.
Er werd een startconferentie georganiseerd voor alle scholen en mogelijke partners en voor een politieke en gemeentelijke vertegenwoordiging.
Toen kwam er een beleidsnota, opgesteld samen met de deelnemers. Die nota zou een vervolg krijgen met een concreet plan van aanpak voor o.a. een pilot-project. Ook werden er gesprekken gevoerd met de directies van alle basisscholen.
Twee scholen kwamen in aanmerking (Joh. Friso en de Oranjeschool). Peuterspeelzaalwerk en Stichting kinderopvang Oldebroek wilden ook wel meewerken en met hen werd het plan verder uitgewerkt.

Door dit proces werden verwachtingen gewekt en wij kunnen ons dan ook goed de teleurstelling van alle deelnemers voorstellen nu uiteindelijk het eindvoorstel van het college voor ons ligt. Het gaat nu maar om het verplaatsen van één school i.p.v. twee en dan ook nog zonder partners, terwijl het samengaan van meerdere partners juist de synergie geeft die de meerwaarde is van de Brede School.
Reden: Een tekort aan financiën en ruimtelijke problemen. Die ruimtelijke problemen kunnen nog opgelost worden door woningbouw te laten vervallen op een aansluitende strook grond en die woningbouw eventueel te verplaatsen naar de te verlaten schoollocatie.
De kosten van de scholen in onze gemeente worden voorspeld in het zogenoemde Integraal Huisvestingsplan(IHP). Helaas blijken de in dat plan begrote kosten voor nieuwbouw van scholen echter niet zo realistisch en blijken veel dingen veel duurder uit te vallen. De in het IHP gereserveerde bedragen blijken niet marktconform. Dus heeft onze fractie de vraag gesteld wat de waarde is van dat IHP als het niet realistisch is. Krijgen we in de toekomst bij iedere verbouwing een begrotingswijziging voorgeschoteld?

De wethouder gaf aan dat de markprijzen nu hoger liggen dan de VNG-norm waarvan is uitgegaan in het IHP. Op grond van deze norm krijgt de gemeente geld voor onderhoud van schoolgebouwen van de overheid.
Het lijkt ons dat meer gemeenten hier tegen aan lopen. Volgens de wethouder wordt er in de Tweede Kamer over dit onderwerp gediscussieerd. Dat kan dus nog wel een tijd gaan duren.
Op onze vraag hoe het nu verder gaat met het concept Brede School nu deze keuze van het verplaatsen van maar één school voor ons ligt, antwoordde de wethouder dat het concept nog als een paal boven water staat. Binnenkort gaan we daar in commissie verband verder over praten. Wat dus zo mooi begon gaat zoals het zich nu laat aanzien niet door wegens gebrek aan financiën. Dat betreuren we. We zullen het onderwerp dus kritisch blijven volgen. We willen realistisch zijn over wat er (ook financieel) haalbaar is. Tegelijkertijd willen we voorkomen dat er geen verwachtingen worden gewekt die in een te laat stadium niet waargemaakt blijken te kunnen worden. We blijven ons dus voor een goede invulling van de brede school-gedachte inzetten, maar in de pas met het draagvlak dat nodig is bij alle betrokken partijen.

Inge de Vries - de Jong