In de raadsvergadering van 27 januari jl. zijn we door het college geïnformeerd over de vaststelling van de grondprijzen voor 2009. Het betreft o.a. de grondprijzen voor woningbouw en bedrijfsgronden.
Het vaststellen van de prijzen is een bevoegdheid van het college op basis van een door de gemeenteraad vastgestelde Nota grondbeleid.
Een van de uitgangspunten van die nota is dat de grondprijzen marktconform dienen te zijn. Om marktconforme grondprijzen te bepalen laat het college zich adviseren door meerdere makelaars.

De nieuwe prijzen komen nagenoeg overeenkomen met die van vorig jaar. De grondprijs op 't Loo bleek in waarde gestegen. Datzelfde gold voor de prijs van bedrijfsgrond. In de voorbereidende commissie hebben we met de wethouders Klein en Veldhoen van gedachten gewisseld over de hoogte van de grondprijzen in relatie tot de kredietcrisis en de huidige conjunctuur. We hebben als fractie de overweging aangedragen om de grondprijs te verlagen om zodoen-de een gebaar richting de woningmarkt te maken. Ook de overige fracties hadden vragen in die richting.
Het college heeft aangegeven hier geen aanleiding toe te zien omdat de recent gebouwde projectwoningen goed van de hand gaan. Volgens de wethouder stagneert de verkoop in die gevallen dat eigenaren het niet lukt eerst hun eigen woningen te verkopen voordat wordt overgegaan tot aankoop van een nieuwe woning. Voor de te verkopen woning wordt te veel gevraagd waardoor ze te koop blijven staan. De marktconformiteit wordt bepaald door de koper. Die moet de afweging voor de investering doen. Doordat de grond voor starters en sociale woningbouw al voor de helft van de marktconforme prijs wordt gesubsidieerd komt de gemeente op voor de mensen die de markt niet kunnen halen. Het is niet nodig dat op de marktconform vastgestelde grondprijzen in overige gevallen een subsidie wordt verstrekt. Het college gaf aan dat er in de huidige situatie aangepast en goedkoper gebouwd moet worden en dat er niet direct naar de overheid gekeken moet worden. De grond blijft altijd zijn waarde houden. Uit het aantal woningen in de gemeente dat te koop staat en die niet van de hand gaan, kan alleen maar geconcludeerd worden dat de prijs van die woningen te hoog is. Niemand durft echter te zeggen dat de adviesprijs naar beneden moet.

In het standpunt van het college konden wij ons goed vinden. Wij vinden dat de gemeente hierin ook een consistent beleid moet voeren. Het vaststellen van de grondprijzen voor een half jaar, een voorstel waar de SGP mee kwam, past hier niet in. Dat zal ook allerlei speculaties met zich mee brengen wat de bouwmarkt en woningmarkt ook niet zal stimuleren.

Dries van der Grift