Politiek: gewoon je werk doen
Af en toe komt de vraag weer boven: waar doe ik het eigenlijk voor? Meestal bij een vervelende kwestie. Het kan geen kwaad jezelf die vraag te stellen. Waarom is iemand raadslid? Of – zoals collega Liesbeth Vos het eens beschreef: politiek: vind ik het nou leuk? Wat motiveert mij? Je kunt het ook breder trekken: wie zijn die raadsleden, en wat motiveert hen? Over raadsleden bestaan soms kromme beelden, alsof ze zo nodig moeten. De werkelijkheid is anders. Een partij vraagt mensen die op een goede manier de politieke idealen kunnen uitwerken. Het is voor velen, en ook voor mezelf zowel een eer als een roeping. Maar je houdt het niet lang vol als je het met tegenzin doet.
Raadsleden zie ik allereerst als gewone burgers die zich verantwoordelijk voelen voor een goed functionerende samenleving. En vanuit de rol van de overheid willen zij daaraan bijdragen. Vergeet dus verhalen over graag op het pluche zitten, erebaantjes, of erger. Zulke beelden ontstaan helaas vaak door politici die uit de bocht vliegen. Raadsleden moeten gewoon midden in de maatschappij staan. Ook ik erger me wel eens aan dingen die niet goed gaan. Daar ligt meteen de motivatie van vrijwel alle raadsleden die ik ken: ze willen zich inzetten om dingen beter te laten lopen. Maar we blijven mensen. Naast je gewone baan moet je er gemiddeld toch al gauw drie avonden en een stuk van de zaterdag aan besteden. Aan het lezen van stukken, commissie- en raadsvergaderingen, fractieoverleg, contacten met inwoners en organisaties inclusief werkbezoeken, regionale vergaderingen, allerlei studiebijeenkomsten enz. enz. Verder moet je als raadslid eelt op je ziel hebben. Burgers kunnen je soms behoorlijk onredelijk bejegenen, om het maar zacht te zeggen.
Iemand heeft politiek eens cynisch omschreven als “het openbaar vervoer van problemen, er komen er steeds meer bij, en niemand is slim genoeg om ze op te lossen”. Met de tekst vóór de tweede komma kan ik meevoelen: het lijkt zeker in deze tijd complexer te worden. Maar in de staart van deze opmerking klopt er iets niet. De overheid pakt wel degelijk problemen aan, en gelukkig vaak met succes. Maar het typische van politiek is echter dat het gaat om verdeling van middelen, om balans tussen belangen. Mensen komen er soms zelf niet uit. Voorbeeld: iemand wil een vergunning voor verbouw van zijn woning. Maar door dat plan wordt het leefgenot van de buren bedreigd. In zo’n geval moet de overheid een knoop doorhakken. En je kunt als fractie of raad dan ook vrijwel geen besluit nemen of er is wel iemand (burger, instelling, partij) die ertegen is of het je zelfs kwalijk neemt. Daar ligt de essentie van de overheid: beslissingen nemen waar anderen dat niet kunnen. Oftewel: het algemeen belang afwegen tegen het persoonlijk belang. En dat natuurlijk wel transparant, objectief.
Maar hoewel ik wel eens baal van bepaalde zaken ervaar ik vooral veel mooie kanten aan het werk. We hebben niettemin pittige zaken op ons bord liggen. Ik kan heel goed meevoelen met een vereniging die zijn subsidie dreigt kwijt te raken. Ik wilde dat dat niet nodig was. Tegelijkertijd ben ik ervan overtuigd dat zoiets soms moet om de totale huishouding van de gemeente in balans te houden. Pijn lijden is niet leuk, maar snijden is soms nodig om weer gezond te worden. Maar wel met zoveel mogelijk inspraak en meedenken van de patiënt. Of, om het weer politiek te formuleren: met een scherp oog voor wat mensen zelf kunnen dragen. Daar ligt een van de mooiste uitdagingen. Gewoon doorgaan, zeg ik dan tegen mezelf.
Ton van Leijen
Reacties op 'Politiek: gewoon je werk doen'
Geen berichten gevonden
Log in om te kunnen reageren op nieuwsberichten.