Deuk in de samenwerking
Het gemiddelde raadslid – als die bestaat – heeft het niet gemakkelijk. De verschuivingen in de samenleving hebben gevolgen voor bestuur en politiek. De al dan niet ‘calculerende burger’ is mondig, weet veel, of beschikt via internet over veel vergelijkingsmateriaal. Dat wordt geprojecteerd op de lokale politiek. Met de verwachting: zoals het ginds gaat moet het hier toch ook kunnen? Dat is prima, zulke betrokkenheid van burgers is zelfs onze wens als volksvertegenwoordigers. Maar het beeld van politiek, het verwachtingspatroon is niet altijd reëel. Je maakt het mee dat mensen zich verzetten tegen besluiten waarvan je weet dat als men zelf voor die keuze had gestaan als gekozen volksvertegenwoordiger eenzelfde standpunt had ingenomen als dat wat men nu zo bekritiseert.
Politiek is daarom niet voor bange mensen, zoals een columnist in onze gemeente onlangs terecht schreef. Burgers mogen van hun overheid verwachten dat die het algemeen belang dienen. En dat die overheid een scherp oog heeft voor wat er nodig is om naar de toekomst sterk te staan. Initiatieven van dit kaliber kun je niet van burgers verwachten, waar kiezen zij anders een gemeenteraad voor? Zij verwachten dat hun volksvertegenwoordiging naar eer en geweten dat algemeen belang nastreeft en bewaakt. Wat je natuurlijk tegelijkertijd wel moet doen is daar transparant over zijn, en de burgers als volwaardige gesprekspartner betrekken bij degelijke ontwikkelingen.
Deze gedachten kwamen bij mij op toen ik hoorde dat de raad in Heerde een keuze over een verdere stap in de samenwerking met Hattem en Oldebroek niet durfde nemen, maar het over de verkiezingen heen wil tillen. (Ik baseer me op berichtgeving uit twee regionale kranten en uit wandelganginformatie.) Dit in afwijking van de duidelijkheid die de raden van Hattem en Oldebroek toonden. In 2012 gaf ook de raad van Heerde groen licht voor een onderzoek naar 3 varianten. Door de resultaten van dat onderzoek raakten sommige raadsleden daar in 2013 van slag. Althans: men werd kennelijk bang voor de gevoeligheid van zo’n koers bij achterban en samenleving. Ik heb er geen moeite mee dat men actief met de samenleving in gesprek wil over dit onderwerp. Sterker: dat moet, dat hebben wij ook al gedaan, en zullen we ongetwijfeld blijven doen. Maar met dit uitstel kiest men niet alleen voor zichzelf een veilige route naar de verkiezingen toe. Men vertraagt de voortgang van het proces met een jaar, terwijl de druk op de gemeenten met de maand toeneemt.
Op deze manier worden Hattem en Oldebroek ook ‘gegijzeld’. Want wij kunnen moeilijk anders dan geduld met de derde partner hebben. Nieuwe wegen, bijvoorbeeld oriëntaties naar andere gemeenten, worden gefrustreerd. Het is niet goed dat dit belangrijke proces op slot wordt gezet. Daarom hoopt mijn fractie dat er intensief overleg wordt gepleegd door de colleges, om tegen te gaan dat de versterking van de posities van onze gemeenten stil komt te liggen. En dat de schade kan worden ‘uitgedeukt’. We kunnen als kleine gemeenten onze problemen niet het hoofd blijven bieden met nieuwe boekhoudkundige trucs, alleen maar bezuinigen, of afleidingsmanoeuvres in de vorm van weer nieuwe overlegvormen of iets dergelijks. Als de problemen waarvoor gemeenten staan overduidelijk zijn, als er een model is aangereikt dat daar naar het lijkt een goede aanpak voor biedt, dan is het toch logisch dat je je kracht zoekt in het verder aan de tand voelen van dat model om na te gaan of het ons ook werkelijk kan helpen? De samenwerking liep een deuk op, maar is gelukkig niet totall-loss. We wachten dus af.
Ton van Leijen (avanleijen@lijbrandt.nl)
Reacties op 'Deuk in de samenwerking'
Log in om te kunnen reageren op nieuwsberichten.