In 2001 is er een visie opgesteld ‘Oldebroek-Centrum 2030’. De belangrijkste drijfveer was een economische impuls geven aan de detailhandel en het versterken van de leefbaarheid van de kern Oldebroek. De eerste invulling is een feit met het mooie Lambertusplein en diverse winkels.

Een belangrijk punt in de visie is de wens om een discounter toe te voegen aan het winkelbestand. Daarom hebben we in het bestemmingsplan Oldebroek-Dorp 2009 al een wijzigingsbevoegdheid opgenomen voor locatie Stouwdam met de functieaanduiding “Supermarkt” om de bestemming te kunnen wijzigen. Met de bedoeling hier op termijn de gewenste discounter te vestigen.

Als fractie van de ChristenUnie willen we nog steeds het liefst een discounter. Uit alle onderzoeken blijkt dat dit de meest geschikte invulling op deze locatie is. Maar wat te doen als de gewenste discounters Aldi of Lidl geen trek in Oldebroek hebben en een Boni wel interesse heeft.

Er zijn twee keuzes: vast houden aan je uitgangspunten en weten dat er niets gebeurt en er weer een gat van Oldebroek ontstaat. Of onderzoeken wat de gevolgen voor Oldebroek zullen zijn bij een toevoeging van een Boni Supermarkt. Het college van B&W heeft MKB-Reva  een onderzoek laten doen, hetzelfde bureau dat ook de onderzoeken in 2001 en 2006 heeft gedaan, zo’n onderzoek is een belangrijke pijler onder de visie Oldebroek-Centrum.

De belangrijkste punten  uit dit rapport zijn wat ons betreft:

• De voorgenomen locatie van de Boni versterkt de compactheid van het winkelgebied, het winkelgebied wordt meer één geheel.
• Supermarkten zijn trekkers, andere winkels profiteren van de trekkracht van de supermarkten.
• De klant stelt prijs op een breder aanbod van supermarkten. 12% van alle klanten bezoekt per maand maar één formule, men wil vergelijken. Emté heeft een koopkrachtbinding van 42%. (42% van alle inkopen door de inwoners van Oldebroek en achterland wordt gedaan bij Emté). Ter vergelijking: in 2001 met toen nog een Golff en Spar was dit samen 74%. Door een supermarkt toe te voegen stijgt dit cijfer naar 88-92%. Dus zijn er niet alleen bedreigingen voor de bestaande supermarkt maar ook kansen. Een belangrijk bijkomend voordeel is dat de non-food sector hier ook nadrukkelijk van zal profiteren.

We kunnen ons de zorgen van de ondernemer van de Emté heel goed voorstellen en zijn er natuurlijk ook niet op uit dat deze prachtige winkel het bestaansrecht te ontnemen. We zoeken nadrukkelijk het beste voor Oldebroek en willen dat doen op basis van feiten en onderbouwing.

Als we alle aangeleverde rapporten bestuderen, ook de studie van Bureau Stedelijke planning in opdracht van Emté en de reactie van MKB daarop, komen we tot de conclusie dat de invulling met een Boni niet het gewenste scenario is maar uiteindelijk wel het beste.

De conclusie van MKB dat een tweede supermarkt noodzakelijk is om de beoogde versterking van de detailhandelsstructuur te bewerkstelligen en hiermee op termijn het behoud van de detailhandelsvoorzieningen in Oldebroek te garanderen is wat ons betreft duidelijk.

Bijna de gehele Raad (alleen PvdA stemde tegen) dacht daar net zo over waardoor de plannen nu verder uitgewerkt kunnen worden en er weer en stap gezet is in de uitwerking van de visie Oldebroek-centrum 2030.

Engbert Jan Ruitenberg