Controle op gemeentelijke samenwerking
De gemeenteraad controleert en wordt gecontroleerd. De raad moet onder andere het bestuur controleren, dus goed kijken hoe het college het doet. Maar de raad wil zelf ook ‘gecontroleerd’ worden. Een van de manieren waarop dat gebeurt is door het ondersteunende werk van onze rekenkamercommissie. Die hebben we ingesteld samen met Elburg, Nunspeet en Putten. Dat is efficiënt, verhoogt de kwaliteit en draagt bij aan objectiviteit. De rekenkamercommissie doet onderzoek naar onderwerpen die de raden zelf aandragen, want raden willen graag een onafhankelijke visie op sommige dossiers. Ze trekt conclusies en adviseert. Zoals over de samenwerking van Oldebroek met anderen.
Uit een rapport dat daarover verscheen geven we een paar interessante punten weer. Er zijn drie samenwerkingsverbanden onderzocht: de Regio Noord Veluwe (RNV), de Inclusief Groep, het Natuur- en Recreatieschap Veluwerandmeren. De uitvoering daarvan blijkt overwegend goed te worden opgepakt door het college. De conclusies en aanbevelingen zijn echter ook breder van wezenlijk belang. Zo wordt gesteld dat het de raad van Oldebroek ontbreekt aan een volledig en actueel overzicht van alle samenwerkingsverbanden in die zin dat aan de hand daarvan de raad strategische keuzen kan maken. Keuzen over bijvoorbeeld uitbreiding of beëindiging van zo’n verband. Maar ook keuzen die te maken hebben met hoe de raad wil sturen op de doelen en prestaties van die verbanden. Een andere conclusie is dat de informatievoorziening over de Inclusief Groep niet passend is bij de financiële en maatschappelijke belangen en de komende wijzigingen in de regelgeving en uitvoering. Dit is voor ons niet helemaal nieuw, en er wordt ook al door het college aan gewerkt, maar het is goed dat dit gesignaleerd wordt. Er is per verband een sturingsaanpak nodig aan de hand waarvan de raad (onder andere via toegespitste en frequente informatie) kan sturen en eventueel bijsturen. Dat vraagt maatwerk.
Voor ons is ook een uitspringende conclusie dat de raad een beleidskader mist waarin een duidelijke visie op samenwerkingsverbanden is opgenomen, waaronder criteria voor de inhoud, de vorm en zwaarte van samenwerking. Dit terwijl het debat erover wel volop aan de gang is – aldus de commissie. Misschien is dit wel de zwaarste conclusie van het rapport. Daarom adviseert de commissie de raad dan ook om het college opdracht te geven om zo’n strategische visie te formuleren. Over het waarom en in welke vorm aangaan van verbanden, maar ook desgewenst op samenvoeging met andere gemeenten met verwante belangen. De commissie wil zeker geen politiek-inhoudelijke aanbevelingen doen, maar adviseert vooral het vraagstuk van samenwerking in een brede context te zien. Een advies naar ons hart! Een deel van de adviezen heeft het college inmiddels opgepakt.
Als fractie hebben we in dit verband royaal het instellen van een zogenoemde strategische alliantie gesteund. Die kan ons helpen om samen met buurgemeenten ontwikkelingen te verkennen, en te constateren wat er aan gezamenlijkheid nuttig of zelfs noodzakelijk is. Dat behoort tot de wezenlijke elementen van een strategische visie. Daarbij willen we waarschuwen voor een dik en tijdrovend rapport, maar hebben we behoefte aan heldere lijnen waarop zowel college als raad een koers kunnen uitzetten, toekomstbestendig, los van de waan van de dag. En om de raakvlakken en dwarsverbanden te kunnen blijven zien, want het zou fout zijn om elke samenwerking geïsoleerd te bekijken. Zo ontstonden ze in het verleden wel vaak, maar dat kan anno 2013 niet meer, en zo gaat het gelukkig ook niet meer. Willen we bestuurlijk overleven dan is uitgekiende en hechte samenwerking geboden. Maar dat is een ander onderwerp, waar op we binnenkort terugkomen D.V.
Ton van Leijen
Reacties op 'Controle op gemeentelijke samenwerking'
Geen berichten gevonden
Log in om te kunnen reageren op nieuwsberichten.