Goede plannen zijn nodig, geen twijfel over. Maar dan begint het pas: de uitvoering. Van goed beleid verwacht je immers dat het effect heeft, dat het iets oplevert. Dat raakt aan een van de belangrijkste taken van de gemeenteraad: toezien, controleren; nagaan of het college als dagelijks bestuur goed functioneert. Het zou ongezond zijn als er een gretigheid zou zijn naar fouten bij het college of de ambtenaren. Vooral als het doel daarvan is om zelf te ‘scoren’. Dat is bepaald niet onze grondhouding. We zijn loyaal naar college en ambtenaren, maar kijken ook kritisch over hun schouder mee. En we stellen vragen. Een voorbeeld.

Overgewicht en overmatig alcoholgebruik is slecht voor mensen, en zeker voor kinderen en jongeren. Dat krijgt aandacht in het gemeentelijk beleid. We vroegen het college wat van dat beleid nu de resultaten zijn. Uit het antwoord blijkt dat er een fors aantal activiteiten lokaal en regionaal in de planning is gezet. Dit najaar wordt een evaluatie uit ons regioverband (RNV) aangeboden over de werkelijk uitgevoerde activiteiten.

Maar eraan werken is nog niet hetzelfde als effect bereiken. En dat wordt op twee manieren gemeten. Elke vier jaar door de GGD(monitor) onder ouders van kinderen in de basisschoolleeftijd. En daarnaast via het Emovo-onderzoek onder leerlingen in klas 2 en 4 van het voortgezet onderwijs. In het laatste Emovo-onderzoek (2007) was al een tendens te ontdekken dat jongeren tussen 12 en 16 jaar minder vroeg en ook minder veel drinken. Er loopt een nieuw onderzoek, waarvan de resultaten in 2012 bekend zullen zijn. De GGD-jeugdmonitor vond voor het eerst in 2009 plaats, daarom zijn effecten ten opzichte van de vorige periode niet bekend. Kortom: we krijgen dus zowel dit najaar als in 2012 nieuwe gegevens over of en hoe dit beleid werkt.

Met de beantwoording zijn we voor dit moment tevreden. Goed te weten dat het beleid op effect wordt gecontroleerd. Daarmee is natuurlijk het probleem zelf nog niet opgelost. Dat houdt ook onze aandacht.

Ton van Leijen