Voor de kernen Oldebroek, Oosterwolde en ’t Loo zijn er 5 routes met in totaal zo’n 45 adressen waar de maaltijden elke werkdag worden bezorgd. Vrijdags worden ook de bestelde maaltijden voor het weekend bezorgd die men dan wel zelf moet opwarmen. Deels met de auto maar ook op de fiets gaan elke dag door weer en wind de vrijwilligers op pad. In totaal 13 vrijwilligers in wisseldiensten halen de warme maaltijden en de gekoelde toetsjes op in De Hullen in Oldebroek zo rond 11.30 uur. Ik mag vandaag mee in de auto bij Rie van de Beek. De hele achterbank is gevuld met te bezorgen dozen als we samen op pad gaan. De klanten hebben hun menukeuze twee weken op een formulier kenbaar gemaakt dus niet iedereen krijgt hetzelfde eten voorgeschoteld. Ook kiest de één voor bijvoorbeeld een toetje en een ander voor een lekkere appel. Elke dag legt Rie ongeveer 20 kilometer af in haar auto om de maaltijden wat verder weg te bezorgen. De gemeente Oldebroek geeft een bescheiden vergoeding voor deze kilometers. De maaltijden moeten uiteraard wel betaald worden door de gebruikers. Of iemand in aanmerking komt voor een maaltijd van Tafeltje Dekje bepaalt de WMO-raad van Oldebroek.

Vandaag mag ik naast de warme maaltijd ook een menukeuzeformulier uitreiken voor de eerste week van april en ook de factuur van de geleverde maaltijden. Wat mij opvalt is dat de met name ouderen zo blij zijn dat Rie langskomt en even tijd neemt voor een praatje. Maar niet te lang anders krijgt de laatste klant koud eten en dat kan natuurlijk niet. Probleem is dat er zo weinig nieuwe vrijwilligers bijkomen om de maaltijden te bezorgen. Ter illustratie Rie en haar man doen dit werk al 30 jaar en zijn inmiddels wat betreft hun leeftijd al bijna zelf toe aan tafeltje dekje. Ik neem afscheid van Rie en de vele andere vrijwilligers die niet zo zichtbaar zijn voor het vele en nuttige werk wat zij doen. Ik heb respect voor hun inzet iedere dag weer opnieuw. We hoeven niet in het nieuws hoor zeggen ze nog bij het afscheid. Ik weet wel beter want zij verdienen alle aandacht zeker in de week van de Zorg en Welzijn. 

Henk van Bergeijk