De ChristenUnie gaat  landelijk de komende tijd op de barricade voor de kleine scholen. De Tweede Kamerfractie heeft inmiddels aangegeven een hoorzitting over dit onderwerp te zullen organiseren in de Tweede Kamer. Maar ook lokaal willen wij ons hard maken voor het behoud van goed onderwijs. Terecht heeft het CDA al vragen over dit onderwerp gesteld aan het college.
Hierbij moeten wij ons als college / raad realiseren dat wij slechts invloed hebben op het openbare onderwijs in onze gemeente Deze scholen zijn onder gebracht in de stichting ProO.

Kwaliteit

De ChristenUnie  wil de kleine scholentoeslag behouden en juist investeren in de onderwijskwaliteit in krimpregio’s door een overbruggingsfonds voor het behoud van leraren. Kamerlid Arie Slob: ,,We moeten kijken hoe we ook kleine scholen kwaliteit kunnen laten bieden. We moeten niet op aantallen focussen maar op behoud van kwaliteit in gebieden waar het aantal leerlingen beperkt is. maar ook voor de leefbaarheid van een dorp kan een basisschool grote meerwaarde hebben. Ik zou graag breed willen kijken hoe we de leefbaarheid in krimpgebieden kunnen verbeteren.” 

Lokaal

De landelijke tendens willen wij ook lokaal vorm geven door actief in gesprek te gaan met de scholen in onze gemeente en de kwaliteit en kwantiteit te wegen. Kwaliteit betreft hier zeker het onderwijs, maar ook de impuls die deze scholen aan de leefgemeenten meegeven.

Dhr. B. Kanis ( directeur van twee basisscholen bij Stichting Cambium ) vertelde dat hij gelooft dat door veel inzet en samenwerking het mogelijk is om op kleine scholen goede kwaliteit te leveren. Maar ook de stelling dat een school een belangrijke meerwaarde kan hebben voor een leefgemeenschap onderschrijft hij. Wat hem betreft worden dan ook schoolgebouwen meer en actiever gebruikt door andere partijen. 

Als ChristenUnie fractie van Oldebroek willen wij graag met de verschillende scholen, schoolverenigingen en het college om de tafel gaan zitten om alle meerwaarde die scholen hebben voor onze gemeente niet verloren te laten gaan en samen na te denken over in te zetten middelen. Wij noemen hier bijvoorbeeld het clusteren van scholen en/of schoolgebouwen, het meer/ beter inzetten van gebouwen als multifunctionele accommodatie, het organiseren van een flexpool van onderwijspersoneel, etc. Wat ons betreft zijn er geen middelen op voorhand onbespreekbaar. Onze insteek zal zijn dat door het anders en slimmer organiseren van onderwijs en onderwijslocaties de kwaliteit van het onderwijs geborgd moet blijven als het enigszins mogelijk is, maar dat ook de ( sociale) meerwaarde voor de leefgemeenschap meegenomen moet worden bij de overweging van het wel of niet handhaven van  een kleine school.  

Inge de Vries – de Jong

Liesbeth Vos –van de Weg