Twee van de bezwaren die deze groep aanvoert raken ook onze gemeente: de zelfstandigheid van Hattem, en het H2O-bedrijventerrein. We koersen immers samen met Hattem en Heerde aan op bestuurlijke versterking, en stelden een aangepast perspectief vast voor het bedrijventerrein. Langs democratische weg. De groep verwijt de Hattemer politiek mismanagement en geldverslindende projecten.  Natuurlijk mag een signaal kritisch zijn. Maar het is wel een beetje jammer dat – als ik op het artikel mag afgaan - de groep zich bedient van een helaas veel voorkomende aanpak: ze geeft  een versimpeld negatief beeld van de situatie, en stelt daar vervolgens haar eigen op de klank af logische oplossing tegenover. Want het beeld dat de groep schetst van de twee genoemde onderwerpen klopt niet.

Zo is het bedrijventerrein nooit opgezet als een ‘geldverslindend project’, maar op basis van een unanieme opvatting (ook door de provincie gesteund) van de betrokken gemeenten dat samenwerking bij het realiseren van benodigde ruimte voor bedrijven verreweg de  voorkeur heeft. Ik durf de stelling aan dat de verontruste bewoners, als ze in de rol van raadslid of wethouder destijds voor de keuze stonden, dezelfde afweging hadden gemaakt. Het is jammer dat nadien de crisis de uitwerking van dit plan zwaar heeft getemperd. En dan sta je voor de keus, wat doe je: ermee stoppen (met een fors kapitaalverlies en afkoop van rechten), of in een aangepast perspectief doorgaan? Weer kozen de gemeenten eendrachtig voor het laatste. Want doorgaan in aangepaste vorm is nog steeds het beste middel om de economische crisis te bestrijden. Een moeilijke beslissing, maar verantwoord. Want doorgaan bevordert de werkgelegenheid en gaat verder kapitaalverlies tegen. En vooral: het biedt perspectief voor zowel eigen als nieuwe bedrijven.  Het is dus in het belang van het bedrijfsleven, en daarom is het ook zo vreemd dat in de groep verschillende ondernemers zijn betrokken.    

Over de zelfstandigheid van Hattem en hun dienstverlening gaan de Hattemers en hun volksvertegenwoordiging zelf.  Dat is niet aan mij. De groep wil niet fuseren, maar inhuur plegen van het ambtelijk apparaat van Zwolle. Bekend is wel dat Zwolle bij de gedachte aan fusie een andere kant opkijkt. In Hattem, Heerde en Oldebroek moest worden geconcludeerd dat deze gemeenten het zelf niet meer redden. Er komt teveel aan nieuwe taken op hen af, zonder of met minder geld daarvoor, en de eigen portemonnee laat het ook niet toe daarvoor de benodigde kennis en ervaring zelf in huis te halen. Bestuurlijk moet er worden opgeschaald. Als dit voor Oldebroek (23.000 inwoners) geldt, en voor Heerde (ruim 18.000 inwoners), dan geldt dit te meer voor Hattem (12000 inwoners). We hebben gedrieën als gemeenten een goede relatie opgebouwd, en we staan voor de keuze die voorsprong te benutten door een nieuwe stap. Na de verkiezingen moet er iets gebeuren. 

Interessant is wel - en dat signaal moeten we de groep nageven – dat men zich niet serieus genoemd voelt door de vertegenwoordigers die de Hattemers in 2010 kozen. Terwijl sommigen van de groepsleden zelfs in een fractie zijn betrokken die in de Hattemer gemeenteraad zit. Dat roept voor Hattem vragen op over wie vanuit welke positie actief is. In die zin liggen er uitdagingen – niet alleen in Hattem – om zowel als bevolking en volksvertegenwoordigers te blijven werken aan openheid en informatie, goede communicatie en vormen van inspraak of betrokkenheid. Wat dat betreft is de aanloop naar de verkiezingen hopelijk een vruchtbare fase in deze ontmoetingen. Voor Hattem, voor Heerde, voor Oldebroek.

Ton van Leijen

Fractievoorzitter ChristenUnie gemeente Oldebroek