Verkiezingsprogramma 2006-2010
Met elkaar werken aan een actieve en betrokken samenleving. Spreekt u dat aan? Lees dan verder!
Op dinsdag 7 maart 2006 worden de verkiezingen voor de gemeenteraad gehouden. U heeft het als inwoner van Oldebroek op die dag voor het zeggen.
Welke koers moet de gemeente varen in de periode 2006 tot 2010? U kunt bij de gemeenteraads-verkiezingen daaraan een beslissende richting geven. Hieronder leggen wij als ChristenUnie uit wat naar onze overtuiging die richting moet zijn. En wat de ChristenUnie met uw stem hoopt te gaan doen, in de gemeenteraad en daarbuiten.
Voor elkaar
Verkiezingsprogramma ChristenUnie Wezep-Oldebroek 2006-2010
Thema 1: Samenwerking tussen burgers en overheid
Onze visie op de verantwoordelijkheid van overheid en samenleving
Wie waarvoor verantwoordelijk?
Heldere normen, rechtvaardige overheid
Onze visie op de verantwoordelijkheid van overheid en samenleving
Samen met minderheden en vluchtelingen
Onze visie op de verantwoordelijkheid van overheid en samenleving
Thema 4: Leven met elkaar en met de natuur
Onze visie op de verantwoordelijkheid van overheid en samenleving
Energiebesparing en klimaatbeleid
Thema 5: Met elkaars levensovertuigingen
Onze visie op de verantwoordelijkheid van overheid en samenleving
Thema 6: Kunst en cultuur brengt mensen bij elkaar
Onze visie op de verantwoordelijkheid van overheid en samenleving
Kunst bindt ook jongeren samen
Thema 7: Economie en financiËle huishouding
Onze visie op de verantwoordelijkheid van overheid en samenleving
Verkiezingsprogramma ChristenUnie Wezep-Oldebroek 2006-2010
Met elkaar werken aan een actieve en betrokken samenleving. Spreekt u dat aan? Lees dan verder!
Op dinsdag 7 maart 2006 worden de verkiezingen voor de gemeenteraad gehouden. U heeft het als inwoner van Oldebroek op die dag voor het zeggen.
Welke koers moet de gemeente varen in de periode 2006 tot 2010? U kunt bij de gemeenteraads-verkiezingen daaraan een beslissende richting geven. Hieronder leggen wij als ChristenUnie uit wat naar onze overtuiging die richting moet zijn. En wat de ChristenUnie met uw stem hoopt te gaan doen, in de gemeenteraad en daarbuiten.
Bij het schrijven van dit programma zijn wij niet meteen begonnen bij concrete actiepunten en beleidsvoorstellen, maar eerst bij onze waarden en visie. Die zijn uiteraard geïnspireerd vanuit de Bijbel. Gods Woord is ons fundament, anker en kompas. Ook hebben wij ons laten inspireren door het ‘Appèl tot relatiepolitiek’, dat de ChristenUnie bij haar vijfjarig bestaan naar buiten bracht. Pas als je duidelijke waarden hebt, kun je goede, concretere normen formuleren.
Met elkaar
Mensen zijn geen eilandjes. Zij staan niet op zichzelf. Zij functioneren pas goed in relatie met anderen. Pas in het samen leven en samen werken komen mensen echt tot hun recht. Dat besef is in onze maatschappij op de achtergrond geraakt.
De ChristenUnie vindt het de hoogste tijd om de eenzijdige gerichtheid op het individu in te ruilen voor een visie waarin relaties tussen mensen en groepen van mensen centraal staan.
Wij doen dat vanuit ons christelijk geloof, dat ons leert om God lief te hebben boven alles en onze naaste als onszelf. Met ‘naaste’ bedoelen wij niet alleen familie, vrienden of buren, maar iedereen waar we mee in aanraking komen. De ChristenUnie is immers geen belangenorganisatie van en voor christenen, maar een partij die er wil zijn voor de hele samenleving.
Een samenhangende samenleving wordt gedragen door goede relaties tussen mensen in gezin of buurt, maar ook tussen werkgever en werknemer, tussen politici en burgers, tussen zorgverlener en zorgvrager, en ook tussen mens en natuur.
Vanuit die overtuiging wil de ChristenUnie werken aan een waardevolle samenleving. Maar dat kunnen wij niet alleen.
Samen leven en werken
Veel burgers zijn zeer actief, in verenigingen, clubs, wijken, kerken, zorg en noem maar op. Dat is heel goed en belangrijk en moet verder versterkt worden. Juist door samen actief te zijn en door samen verantwoordelijkheid te nemen vormen we een samenleving. De ChristenUnie wil daarom vanuit de politiek inzetten op werken met elkaar. Samen met mensen uit onder meer buurten, bedrijven, welzijnsorganisaties, verenigingen, kerken en bedrijven willen wij actief en betrokken werken aan een leefbare gemeente.
Wij willen ons sterk maken voor gezamenlijke verantwoordelijkheid. In eerste instantie zal dat moeten gebeuren tussen mensen en organisaties onderling. Maar ook de gemeentelijke overheid kan en moet daar verantwoordelijkheid in nemen. Bij voorkeur zal zij alleen de noodzakelijke randvoorwaarden stellen, maar soms ook het initiatief moeten nemen en actief moeten meehelpen. In alle gevallen zal de overheid zich dienstbaar moeten opstellen.
Deze visie willen we vertalen in een samenhangend beleid met oog voor de menselijke maat, de menselijke waardigheid en goede onderlinge relaties, op zoveel mogelijk beleidsterreinen.
Natuurlijk schetsen we hier idealen die niet allemaal zomaar kunnen worden gerealiseerd. Van invloed zijn zaken als de verkiezingsuitslag en de onderhandelingen over het collegeprogramma. Bepaalde zaken zullen we bij de collegevorming ook moeten doorrekenen op (financiële) consequenties – de financiële positie van de gemeente staat nogal eens onder druk - met als denkbaar gevolg een nadere prioriteitstelling. Dat neemt niet weg dat u hier wel de punten vindt waar we als ChristenUnie aan willen werken. Door op ons te stemmen helpt u mee om deze visie werkelijkheid te laten worden. Hoe de ChristenUnie dit concreet wil bereiken leest u hierna.
Thema 1: Samenwerking tussen burgers en overheid
Onze visie op de verantwoordelijkheid van overheid en samenleving
Beleid moet aansluiten bij wat er leeft. Onder meer om de afstand tussen burger en overheid te verkleinen, is in 2002 het stelsel van dualisering van het gemeentebestuur ingevoerd. Ook met het plan voor een gekozen burgemeester wilde men de burger meer bij de gemeentepolitiek betrekken. De ChristenUnie denkt dat het probleem dieper ligt. De oplossing ligt niet in structuurveranderingen, maar in een cultuurverandering. De overheid moet daadwerkelijk dichter bij de burger gaan staan.
De burgers, individueel en georganiseerd, zullen soms met extra middelen geholpen moeten worden meer zelf te doen en minder op de overheid te leunen. Naast een efficiënte en betrouwbare overheid, dienen de mensen echter ook aangesproken te worden op hun burgerschap.
De ChristenUnie wil een keer brengen in het idee dat burgers bij de overheid alleen hun recht halen zonder zelf een positieve bijdrage aan de samenleving te willen geven. Burgers zijn niet alleen consumenten, maar ook producenten van een bloeiende gemeente.
Wie waarvoor verantwoordelijk?
De gemeentelijke organisatie zoals wij die voor ogen hebben is berekenbaar, niet bureaucratisch, betrouwbaar, dicht bij de mensen en dienstbaar. Een dienstbare overheid zoekt zoveel mogelijk participatie van de bevolking en weet intussen goed waar haar eigen verantwoordelijkheden liggen. Zo'n overheid geeft vertrouwen, want wie vertrouwen wil krijgen, moet vertrouwen geven en betrouwbaar zijn. De burger moet zich ook uitgenodigd voelen om te participeren, met suggesties te komen e.d.
Als het aan de ChristenUnie ligt, erkent de overheid dat ze in de verzorgingsstaat teveel taken naar zich toe heeft getrokken. Zij moet nu de samenleving helpen om de verantwoordelijkheden die daar thuishoren weer op te pakken. Dat is duidelijk wat anders dan verantwoordelijkheden over de schutting van de samenleving gooien. De overheid kan (tijdelijk) hulp bieden in de vorm van tijd, geld, expertise en beleid. Dat beleid moet richting en ruimte geven. Aanmoedigen in plaats van ontmoedigen. Hoofdlijnen in plaats van details. Zoeken naar de beste vorm van samenwerken.
Een dienstbare overheid beschermt en faciliteert. Zij werkt samen met de burgers aan een goede en veilige samenleving.
Heldere normen, rechtvaardige overheid
De gemeente die de ChristenUnie voor ogen heeft, is de initiator en handhaver van publieke gerechtigheid. In Oldebroek moet het veilig leven, wonen en werken zijn. Duidelijkheid over normen gecombineerd met een consequente handhaving is belangrijk. Het negeren en overschrijden van normen moet gericht worden aangepakt. Dit betekent dat de activiteiten van politie, justitie, welzijnswerk, jeugdzorg en dergelijke zich allereerst moeten richten op preventie .
Rechtvaardigheid betekent ook dat de overheid altijd weer oog heeft voor de menselijke, relationele kant. Maatwerk (binnen duidelijke kaders) is dan een middel voor rechtvaardigheid en gelijkwaardigheid en niet een teken van willekeur. Sancties moeten redelijk zijn. Ook straffen is maatwerk.
Voor de ChristenUnie kan er geen sprake zijn van het gedogen van drugshandel, coffeeshops, illegale prostitutie en andere situaties die veiligheidsrisico’s met zich meebrengen. De overheid stelt duidelijk wat wel en niet mag. Wat de ChristenUnie betreft, worden er geen bordelen en escort services toegestaan. Ook openlijke uitingen van pornografie - een ernstige aantasting van menselijke waardigheid en van goede relaties – moeten worden tegengegaan.
Bij de relationele benadering van politiek en samenleving die de ChristenUnie voorstaat, moet de gemeente zelf het goede voorbeeld geven. Het is ook noodzakelijk om bewust de burgers op te zoeken en daar input voor het beleid vandaan te halen. Contacten, netwerken, relaties en wederzijds vertrouwen zijn dus basaal. Voor de ChristenUnie zijn daarnaast zaken als openheid, eerlijkheid, verantwoordelijkheid nemen en verantwoording afleggen belangrijk. Bouwen aan vertrouwen.
Dat geldt ook voor de relatie tussen de gemeenteraad en het College van B&W. Door daar in harmonie met elkaar over de belangrijke onderwerpen die de gemeente aangaan te spreken, kan worden voorkomen dat er in de maatschappij polariserend op gereageerd wordt. Natuurlijk mogen verschillen in opvatting en uitgangspunten belicht worden.
Actiepunten:
- een helder beleid rond inspraak, burgerinitiatief, publiek-private samenwerking e.d. zodat er geen verwarring is over verantwoordelijkheden. Dit beleid wordt duidelijk gecommuniceerd, ook naar de burger toe; uiteraard in heldere en waar mogelijk eenvoudige taal
- In de communicatie naar de burger worden de mogelijkheden van de plaatselijke media (LOCO, Huis aan Huis) zoveel mogelijk benut
- een duidelijk beleid ten aanzien van communicatie, het gebruik van internet, klantgerichtheid, afhandeling van klachten (o.a het jaarlijks evalueren van de nota communicatie), een tijdige afhandeling van zaken; een systeem waarmee de klantvriendelijkheid wordt gemeten
- een concentratie van loketten (zodat burgers niet van het bekende kastje naar de muur hoeven)
- een dienstverlening die bijdetijd is, waarbij ken- en stuurgetallen, benchmarking benut worden om de eigen kwaliteit van dienstverlening te vergroten, en waarbij de internetsite optimaal wordt ingezet
- een differentiatie in tarieven is gewenst in die zin, dat een product dat van het internet (de gemeentesite) wordt afgehaald (of gedownload) goedkoper kan zijn dan wanneer men het aan de balie afhaalt
- een optimaal functioneren van de beide vestigingspunten van de afdeling burgerzaken
- het ontwikkelen van creatieve initiatieven om jongeren, ouderen en andere doelgroepen meer bij de politiek te betrekken.
- op beleidsterreinen waar dat meerwaarde heeft werkt Oldebroek intensief samen met de andere gemeenten op de Noord-Veluwe; uiteraard wordt ook een goede relatie met de provincie nagestreefd
- het integraal veiligheidsbeleid dient tenminste te bestaan uit:
- veel aandacht voor preventie
- veilig wonen ( initiatieven t.a.v het woonkeurmerk)
- een duidelijk aanwezige politie die wijkgericht werkt;
- investering in HALT
- veiligheid voor bedrijven en de detailhandel
- een gedragscode en het invoeren van de ambtseed voor ambtenaren
- handhavend optreden tegen illegale bordelen, mensenhandel, wietplantages, illegale bouwwerken, nieuwe situaties van illegale bewoning e.d.
- een nieuwe Algemene Subsidie Verordening die een helder, eerlijk en consequent subsidiebeleid beoogt (eigen bijdragen en eigen fondswerving door gesubsidieerde instellingen is een must); de gemeenteraad ziet toe op een consequente uitvoering hiervan;
Thema 2: Met elkaar leven
Onze visie op de verantwoordelijkheid van overheid en samenleving
Door individualisering en secularisering bestaat de samenleving steeds meer uit eilandjes. Jarenlang zijn mensen gestimuleerd om in de eerste plaats aan zichzelf te denken. Er is een sterke gerichtheid op de eigen ontwikkeling, de eigen carrière, het eigen huis, het eigen gezin. Mensen zijn minder solidair en minder tolerant geworden.
In de samenleving die wij voor ogen hebben, moet er voldoende aandacht zijn voor samenhang, voor gedeelde waarden en normen, voor wat ons bindt en voor die zaken waarin mensen elkaar gewoon nodig hebben. Sociale cohesie gaat over gezamenlijke en onderlinge verantwoordelijkheid en dus over relaties. De ‘warmte’ in de straat of in de wijk moet worden bevorderd of versterkt.
De gemeente kan hier op verschillende manieren concreet werk van maken:
Alledaagse leefbaarheidvraagstukken moeten beter opgepakt worden, waarbij overheid en sociale spelers meer ruimte laten voor bewoners, voor het maatschappelijk middenveld, zoals winkeliersverenigingen, kerken, welzijnsorganisaties, en voor private partijen (bijvoorbeeld bedrijven). Met elkaar kleuren zij hun leefomgeving in. De ChristenUnie wil het beleid dat is ingezet met het investeren in de dorpen en wijken met kracht voortzetten.
Wij realiseren ons dat voor deze benadering de gemeente zelf ook een verdergaande cultuuromslag moet maken. De oplossing ligt niet alleen in structuuroplossingen (de gemeentelijke organisatie zal zich moeten aanpassen), maar ook in een andere manier van denken over en werken met burgers. We schreven al eerder: burgers moeten zich uitgenodigd voelen met ideeën te komen. Een dorpsvisie voor elke kern kan dat ondersteunen.
Werkloosheid en zeker langdurige werkloosheid is een probleem voor zowel de betrokken mensen als de samenleving. Het is van groot belang dat mensen actief, betrokken en gewaardeerd blijven. Vooral jeugdwerkloosheid moet voortvarend worden aangepakt om te voorkomen dat jongeren afglijden naar de rand van de samenleving, of erger.
De ChristenUnie stelt voor om bijstandgerechtigden die nog geen zinvol vrijwilligerswerk doen, te verplichten zich, met behoud van uitkering en tegen een vrijwilligersvergoeding, in te zetten voor eigen dorp of wijk. Wij beseffen dat hiervoor een nieuw soort samenwerking tussen de partijen die betrokken zijn bij de Wet Werk en Bijstand nodig is. Samen met organisaties die in dorp en wijk actief zijn, goed draaiende non-profit en not-for-profit organisaties, kan met de inzet van bijstandgerechtigden een meerwaarde worden gecreëerd die rechtstreeks ten goede komt aan de lokale gemeenschap. Voor betrokkenen geldt dit dan tevens als werkervaring- en reïntegratietraject. Ook kunnen lokaal gevestigde bedrijven uitgedaagd worden te investeren in deze projecten. De ChristenUnie roept het bedrijfsleven op om ook op deze wijze maatschappelijk verantwoord te ondernemen.
Vergrijzing neemt enorm toe. Dat vergt goed aandacht voor ouderen. Het is een goed uitgangspunt dat zij zo lang mogelijk thuis blijven wonen. Dat kan een extra behoefte betekenen aan goede mantelzorg. Tegen overbelasting van mantelzorgers en vrijwilligers moet dan ook worden gewaakt. De functie van oudercoördinator is zinvol gebleken; evaluatie zal zicht geven op een meer definitieve positionering hiervan.
De school is verantwoordelijk voor de zorg rondom de leerlingen. De gemeente zorgt voor de omgeving van de school (leefbaarheid en veiligheid). Samen betrekken ze de ouders erbij. De ouders blijven eindverantwoordelijk voor hun kinderen. De school hoort een veilige omgeving te zijn waar kinderen zich thuis voelen en zich kunnen ontwikkelen naar volwassenen die voldoende zijn toegerust om aan de maatschappij te gaan deelnemen als actieve en betrokken burgers.
Voor de nieuwe raadsperiode zal de wenselijkheid en eventuele noodzakelijkheid van ‘brede scholen’ tegen het licht gehouden moeten worden, zodat op basis van dit onderzoek beleid kan worden uitgezet. Dit niet alleen in verband met ombuigingen in beleid en financiering van de Rijksoverheid, maar allereerst ook om in veranderende tijden optimale aandacht te geven aan een goede ontwikkeling van jonge mensen. Versterking van die ontwikkeling kan soms vorm krijgen via samenwerking en afstemming, waar het bij het gedachtegoed van ‘brede school’ (school samen met de directe omgeving of instituties met een zorgfunctie die raakvlak vertonen als peuterspeelzaalwerk, kinderopvang, mar ook culturele instituten e.d.) om gaat. Bij dergelijke initiatieven is er sprake van een gezamenlijke verantwoordelijkheid van gemeente, school, ouders en mogelijk ook andere (welzijns)organisaties zoals bijvoorbeeld sportverenigingen. Dat vergt een goede coördinatie en investering in goede relaties. Het gaat dan niet alleen om een evenwichtige afstemming tussen onderwijs, jeugdwerk, gezondheidszorg, maar ook om het voorkomen of inhalen van maatschappelijke en/of educatieve achterstanden. De vorm kan van kern tot kern verschillen, dit is een aspect van het bedoelde onderzoek.
Bij het opstellen en herzien van bestemmingsplannen moet sociale samenhang een belangrijk uitgangspunt zijn. Een goed voorbeeld in dit verband is de ontwikkeling van woon-zorg-zones of woonservicegebieden in Wezep en Oldebroek. Bij nieuwbouw dient gelet te worden op de toekomstige bewoners van een wijk. Wij willen variatie, die leidt tot gemêleerde wijken. Met variatie denken we zowel aan starters, als aan woningen die passen bij senioren, gezinnen en alleengaanden. Investeringen in variëteit moeten er mee toe bijdragen dat jongeren niet wegtrekken uit de gemeente. Ruimtelijke plannen moeten ook over vijftig jaar nog bruikbaar zijn, qua functie en variatie in woningbouw.
In werkelijke aantallen heeft de woningbouw door het restrictieve provinciale beleid de laatste jaren op een laag pitje gestaan. In het kader van het kwalitatieve woningbouwprogramma liggen er nu echt kansen. Zowel uitbreidings- als inbreidingsprojecten moeten krachtig aangevat worden. Om te beginnen planologisch, maar tijdens deze fase kunnen ook al de projecttechnische voorbereidingen worden getroffen. Snelle woningbouw verdient zichzelf terug in de vorm van minder renteverlies en eerdere opbrengst; daarom moet bij de voorbereiding zonodig externe capaciteit of ondersteuning worden ingehuurd.
Op het terrein van sport liggen er ook kansen burgers met elkaar in aanraking te brengen. Daar kunnen mensen leren samen te werken en respect voor elkaar te hebben. Daar kunnen ze vrijwilligerswerk doen. De gemeente dient vooral aandacht te hebben voor sportverenigingen (teamsporten), vanwege de meerwaarde van het “samen doen”.
De gemeente zal de sportclubs kunnen helpen een visie te vormen op hun samenbindende rol in de samenleving. De gemeente kan ook de verenigingen ondersteunen bij het aangaan van relaties die nodig zijn om een levendige, levensvatbare club te blijven. Aandacht is nodig voor versterking in wat wel wordt genoemd de ‘sportieve driehoek’: school, buurt, sport. Ook trapveldjes blijven van belang. De gemeente kan hier een rol spelen als bruggenbouwer en regisseur.
Samen met minderheden en vluchtelingen
Binnen de mogelijkheden van de wet dient de gemeente vanuit een geloof in de waarde van gastvrijheid een goed beleid in de richting van vluchtelingen en asielzoekers te voeren. Zij probeert waar mogelijk bij te dragen aan de verbetering van de leefomstandigheden. Er is een autonome zorgplicht van de gemeente voor noodopvang van uitgeprocedeerde asielzoekers. Dit vanuit het oogpunt van humaniteit en volksgezondheid en ter voorkoming van vlucht in illegaliteit en/of criminaliteit. Het ideaal-doel moet blijven dat uitgeprocedeerde asielzoekers het land verlaten. Zowel bij de opvang als inburgering moeten zo veel mogelijke ook maatschappelijke en kerkelijke organisaties worden ingeschakeld. Bedacht moet worden dat veel allochtonen in Nederland prima functioneren .Zij maken op een positieve wijze volop deel uit van de samenleving.
Voor mensen met beperkingen zelf - maar ook voor de rest van de samenleving - is het belangrijk dat zij meedoen, erbij horen en geaccepteerd worden. Dat staat of valt met het al dan niet hebben van relaties. Goede en bereikbare voorzieningen vergroten de zelfredzaamheid en vervolgens de mogelijkheden om te participeren in het leven van alledag.
Actiepunten:
- het stimuleren van cursussen opvoedingsondersteuning voor de ouders van kinderen op zowel basisschool als voortgezet onderwijs; waarbij uiteraard de verantwoordelijkheden van opvoeders en school voorop blijven staan
- stimuleren van plekken op of bij scholen waar ouders elkaar kunnen ontmoeten
- bevorderen betrokkenheid en participatie van ouders, ook bij de openbare school
- voorlichting herkenning kindermishandeling, huiselijk geweld en andere gezinsproblemen
- een goede regiefunctie in de afstemming van op elkaar betrokken instellingen en organisaties; waarbij uiteraard de eigen verantwoordelijkheid van instellingen volledig wordt gerespecteerd en de eigen identiteit gewaarborgd
- het vorige punt speelt meer specifiek een rol bij
- een (betere) aansluiting tussen peuterspeelzalen en basisschool
- onderzoek naar en vormgeven van eventuele brede scholen (met ook hier uiteraard waarborging van de identiteit van bijzondere scholen)
- het stimuleren van samenhang en afstemming bij voor- tussen- en naschoolse opvang
- het stimuleren dat in de huisvestingsverordening ruimte komt voor het verbinden van een vestiging van een peuterspeelzaal in/bij de school, en afstemming met een eventuele kinderopvang
- samenhang in achterstandsbeleid en jeugdbeleid
- het met kracht (blijven) bevorderen van integraal jeugdbeleid, waarbij verkokering wordt bestreden en werkelijke samenwerking en afstemming wordt bevorderd tussen onderwijs, jeugdwerk, gezondheidszorg, politie en justitie, enz.
- aandacht voor (verkeers)veiligheidsvoorzieningen rond scholen
- voor het leerlingenvervoer mogen er geen financiële drempels zijn
- de verkeersveiligheid in de kern Oldebroek (Zuiderzeestraatweg) dient verbeterd te worden door te streven naar een sterke vermindering van verkeersintensiteit; bij de provincie zal maximale invloed moeten worden uitgeoefend om dit te bereiken; het vormt voor de ChristenUnie een integraal onderdeel van de vormgeving van het centrumplan voor Oldebroek; daarnaast blijft de ChristenUnie opteren voor een rondweg om deze kern
- educatie en voorlichting over verkeersveiligheid dienen gestimuleerd te worden, ook de handhaving ervan verdient serieuze aandacht
- bij het ontwerpen van verkeerscirculatieplannen e.d. dienen belanghebbenden betrokken te worden
- inzet blijft vereist voor behoud van het openbaar vervoer, minimaal door de kernen Oldebroek en Wezep
- goede voorlichting is nodig over de regiotaxi in het belang van openbaar vervoer in het buitengebied
- blijvende aandacht voor vluchtelingenwerk en asielzoekers
- het met kracht aanpakken van de ontwikkeling van woonservice-gebieden in Wezep en Oldebroek
- voor de oude kernen van dorpen, met name langs de Zuiderzeestraatweg in Hattemerbroek, Wezep en Oldebroek, maar ook voor de Grote Woldweg in Oosterwolde, dienen beeldkwaliteitsplannen te worden vastgesteld ten behoud van het (oude) karakter
- om de woningbouw te versnellen dient externe capaciteit te worden ingehuurd om bestemmingsplannen snel tot ontwikkeling en afronding te brengen en het bouwproces voor te bereiden
- het hanteren van marktconforme tarieven voor bouwgrond
- de uitgifte van vrije kavels moet de gemeente in eigen hand houden
- het waar mogelijk integreren van bestemmingplannen
- het stimuleren van samenwerking tussen sportclubs van verschillende sporten, om zo een afwisselend aanbod te creëren en meer faciliteiten te bieden
- het stimuleren van zelfbeheer van sportverenigingen
- het stimuleren van buurtbeheer van speeltuinen, hangplekken, uitleenpunten voor sport en spel
- het blijven streven naar verantwoorde mogelijkheden tot de inrichting van jongeren- ontmoetingsplaatsen (JOP’s), in zorgvuldige communicatie met de doelgroep zelf en vermijding van overlast voor derden
Thema 3: Met elkaar zorgen
Onze visie op de verantwoordelijkheid van overheid en samenleving
Door de vergrijzing, maar ook door de toename van het aantal jonge alleenstaanden (bijvoorbeeld door echtscheiding), door ingrepen in de sociale zekerheid, vermaatschappelijking van de zorg en veel andere ontwikkelingen is er steeds meer eenzaamheid. Mensen mogen niet buiten de boot vallen, vergeten worden en zo in een neerwaartse spiraal terechtkomen.
Op zich is het heel goed dat de (uiteindelijke) beleidsbepaling en uitvoering van wetten als de Wet Werk en Bijstand en de Wet Maatschappelijke Ondersteuning zo dicht mogelijk bij de burger komen. Dit betekent wel dat het voor de gemeente én voor de lokale samenleving een hele klus zal worden om de nieuwe verantwoordelijkheden waar te maken.
De ChristenUnie zal zich sterk maken voor een goede uitvoering van de Wet Werk en Bijstand en zorgvuldige invoering van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO). In grote lijnen en wat betreft de achterliggende principes staat de ChristenUnie achter deze twee wetten. Verantwoordelijkheden teruggeven aan gemeenten en aan de samenleving is goed, maar een zorgvuldige, menswaardige en rechtvaardige uitvoering is een belangrijk aandachtspunt. Wij willen niet alleen een afslankende en duidelijke overheid, maar tegelijk – vooral voor de zwakkeren - een dienstbare en zorgzame overheid.
Veel aandacht zal besteed moeten worden aan het stimuleren én ondersteunen van vrijwilligerswerk en van mantelzorg. De invoering van de WMO zullen we kritisch volgen. De ChristenUnie wil waken voor een verantwoord niveau van zorg en ondersteuning.
Ouderen en gehandicapten moeten mogelijkheden hebben voor het bezoeken van familie, vrienden, school, sport en andere activiteiten. Voorkomen moet worden dat er een sociaal isolement ontstaat. Daarvoor is een ruimhartige en rechtvaardige uitvoering van de Wet Voorzieningen Gehandicapten (WVG) - en collectief vervoerbeleid nodig. Een regelmatige evaluatie samen met de Sociale Adviesraad is daarvoor een must, evenals overleg met b.v. cliëntenraad/lokale gehandicaptenraad. De gemeenteraad moet een eventuele opname van de WVG in de WMO kritisch volgen.
In de Wet Werk en Bijstand staat terecht het streven naar werk voorop. De ideeën van de ChristenUnie hierover zijn te vinden bij speerpunt 7. Het blijft echter van buitengewoon belang aandacht te besteden aan het aspect van de bijstand, vooral in het bereiken van mensen die zelf het initiatief niet (kunnen) nemen. In samenwerking met organisaties en kerken moet de gemeente de stille armoede traceren. De gemeente dient actief te zijn als het gaat om schuldpreventie en schuldhulpverlening. Bij het verstrekken van bijstand zorgt de gemeente voor individueel maatwerk:
- vrijstellingen van gemeentelijke heffingen;
- een royale regeling voor bijzondere bijstand.
De ChristenUnie is niet alleen tegen coffeeshops of bordelen omdat we traditioneel of principieel tegen zijn, maar omdat wij ons in willen zetten vóór een gezonde jeugd, vóór een veilige buurt, vóór de waardigheid en integriteit van vrouwen, vóór goede, gelijkwaardige relaties e.d. De ChristenUnie pleit voor zorg, respect en oog voor elkaar. Menselijke waardigheid en bescherming ervan is een groot goed.
Actiepunten:
- ondersteuning van initiatieven vanuit kerken of ander maatschappelijke organisaties die gericht zijn op de ondersteuning en hulp van mensen die dat nodig hebben.
- bij invoering van de WMO zal de noodzakelijke zorg voor specifieke hulpbehoevende doelgroepen op niveau moeten blijven; betrokkenheid van burgers, maar ook van maatschappelijke instellingen en kerken is nodig; de gemeente stimuleert overleg daartoe
- laagdrempelige toegang tot de schuldhulpverlening
- afspraken met woningbouwcorporaties en energieleveranciers om betalingsachterstanden te signaleren en huisuitzetting te voorkomen
- samenwerking bij schuldhulpverlening met maatschappelijk werk voor de psychologische kant van schulden
- actief beleid om het niet-gebruik (door onwetendheid) van de bijzondere bijstand terug te dringen, dit geldt ook breder voor de ondersteuning van (onvermogende) mensen die zorg behoeven
- een vorm van budgetbeheer door de sociale dienst
- een maatwerktraject dat gericht is op reïntegratie in de maatschappij, in nauwe samenwerking met diverse partners
- stimulering van een ruim aanbod van plaatsen voor begeleid wonen
- aparte opvang voor jongeren en geen uitval uit de opvang vanwege leeftijdsgrenzen
- ter uitvoering van de Wet Sociale Werkvoorziening moet intensief worden samengewerkt met de Inclusief Groep
- het voeren van een actief beleid in het creëren van werkervaringsplaatsen, en het stimuleren dat bij bedrijven en non profitorganisaties zulke plaatsen werkelijkheid worden
- stimulering van preventieprojecten die meisjes beschermen tegen loverboys
- plaatsing van verslaafden in afkicktrajecten gekoppeld aan actief beleid voor de reïntegratie van verslaafden
- onderzoek naar de haalbaarheid van een hospice
Thema 4: Leven met elkaar en met de natuur
Onze visie op de verantwoordelijkheid van overheid en samenleving
Steeds vaker maakt milieu een integraal onderdeel uit van het totale gemeentelijke beleid. Gemeenten kiezen voor een duurzaamheidbeleid of leefomgevingbeleid waarbij naast milieuaspecten ook sociaal-culturele en economische aspecten een rol spelen.
Op dit moment staat luchtkwaliteit hoog op de milieuagenda in Nederland. In het Nationaal Luchtkwaliteitplan staan de maatregelen van het Rijk, provincies en gemeenten om de luchtkwaliteit te verbeteren. Diverse projecten kunnen geen doorgang vinden vanwege de grenswaarde ten aanzien van fijn stof in de lucht. Dit leidt tot gezondheidsrisico's en betekent ook dat er weinig ruimte is voor nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen, waaronder infrastructuurprojecten.
De natuur in Nederland delft vaak het onderspit door ontwikkelingen die zich voordoen op velerlei gebied; de bevolkingsgroei, de groei van recreatie, de intensivering en extensivering van de landbouw en dergelijke. Al deze veranderingen dwingen ons tot een duidelijke visie op de groene ruimte en de plaats die ‘groen’ heeft, zowel buiten als binnen de bebouwde kom. Door de eenzijdige economische gerichtheid van veel beleid is de natuur nog vaak een ‘ondergeschoven kindje’. De economische waarde van ‘groen’ wordt zelden in de prijzen doorberekend.
Veel aandacht verdient ook het waterbeleid. Voor Nederland is de hoeveelheid water waarmee we in de toekomst te kampen kunnen krijgen een groot knelpunt. Dat betekent niet alleen beleid voor schoon )oppervlaktewater, maar ook voor opvang, spreiding, overloop etc.
Dus speelt omgang met natuur en milieu op heel veel beleidsterreinen. Daarom pleiten wij ervoor om bij ruimtelijke planvorming, bij recreatie en educatie, groenbeheer, economische vraagstukken en vergelijkbare beleidsterreinen een visie te vormen met oog op de langere termijn. De ChristenUnie gelooft dat de mens de schepping van de Schepper heeft ontvangen, om die te bebouwen én te bewaren. We hebben de natuur als het ware in bruikleen. Dat schept een grote verantwoordelijkheid.
De Nota Ruimte biedt lokale overheden meer vrijheid om gebieden een bouwbestemming te geven. De ChristenUnie is van mening dat de structuurvisie voor de lange termijnontwikkeling van de gemeente (door de gemeenteraad in 2003 vastgesteld) nog actueel is en vrijwel naadloos past in de Nota Ruimte. Het landschapsontwikkelingsplan dat nu in ontwikkeling is, zal de ontbrekende schakels moeten leveren om natuur en landschap verantwoord aan de volgende generaties door te geven. Omdat de uitvoering van zo’n plan veel geld kost en de gronden vaak eigendom zijn van agrariërs, is hun medewerking hierbij onmisbaar. Het spreekt daarom vanzelf dat zij hierbij worden betrokken, en een redelijke vergoeding ontvangen voor eventuele beheerswerkzaamheden.
De gemeente kan via haar inkoopbeleid het goede voorbeeld geven en kiezen voor duurzame goederen. Te denken valt aan producten afkomstig van biologische landbouw, eerlijke handel, producten met een ecolabel, herbruikbare producten, energiezuinige apparaten enzovoort. Op het gebied van afval stimuleert de gemeente preventie en hergebruik in grote mate. Daarbij hanteert zij het principe: de vervuiler betaalt. Het lopende project STAP is in dezen een goed initiatief.
Efficiënt ruimtegebruik, ruimtelijke kwaliteit zijn in de visie van de ChristenUnie direct verbonden met milieubeleid. Dat geldt ook voor het beleid dat gericht is op goede voorzieningen voor de fietser. In deze raadsperiode dient een nieuw fietspadenplan te worden opgesteld. Wij willen in dit plan zowel utilitaire als recreatieve fietspaden opgenomen zien.
Energiebesparing en klimaatbeleid
Energiebesparing kan alleen tot stand gebracht worden door het opzetten van samenwerkingsverbanden. Door groepen gebruikers te confronteren met reële cijfers over energieverbruik, en de verplichtingen in het kader van het Kyoto-akkoord, krijgen zij inzicht in wat zij zelf (individueel en als groep) aan besparing kunnen opbrengen. De gemeentelijke bijdrage aan een mondiaal probleem moet niet worden onderschat. Individuele bijdragen aan energiebesparing, zowel privé als industrieel, zijn naar onze mening allesbepalend. Het bewustwordingsproces stimuleren is daarom een belangrijke opgave.
De zorg voor de natuur hangt af van de heersende maatschappelijke waardering voor de natuur om ons heen. Burgers (en gemeentebesturen!) zijn zich er vaak niet van bewust dat afgerande sloten (niet-natuurlijke oevers, maar houten beschoeiingen) dodelijk zijn voor flora en fauna, dat verkeerde onkruidbestrijding vogels en dieren verjaagt en dat het gewoon weggooien van batterijen uiteindelijk de kwaliteit van het water aantast, om maar een paar voorbeelden te noemen. Het gebrek aan kennis van en affiniteit met de natuur moet de aandacht krijgen. Door nu te investeren in kennis wordt er waardering, draagvlak en respect gecreëerd voor de toekomst. Bescherming van weidevogels wordt gestimuleerd.
Onze watervoorraden zijn niet oneindig. We moeten er dus zuinig mee omspringen om ervoor te zorgen dat er voldoende water blijft voor alle mensen. Hoogkwalitatief water moet daarom niet ingezet worden voor laagwaardige toepassingen. Zonder schoon water geen duurzame drinkwatervoorziening, geen aangename recreatie, geen overstromingsgebieden, geen natuur.
‘Ruimte voor water’ is een begrip dat ingang gevonden heeft, maar dat te vaak zeer beperkt wordt ingevuld. Het is meer dan overstroombare bekkens voor noodgevallen. Gemeenten dienen in dit opzicht een voortrekkende rol te hebben en samen met burgers mee te denken met de waterschappen. ‘Tijd voor water’ is een nieuwer begrip. Meer tijd om te infiltreren, om te blijven staan, om zo vertraagd af te voeren. Houd het water vast waar het valt, willen we maar zeggen.
Landbouw en het buitengebied zijn belangrijke aspecten in onze gemeente. De gemeente dient actief in contact te blijven met de agrarische sector; het ruimtelijke ordeningsbeleid mag voor deze sector geen onnodige belemmeringen opwerpen. In de landbouw hebben veel ontwikkelingen plaatsgevonden en vinden er nog plaats. De werkgelegenheid loopt achteruit, minder boeren en de inkomens komen onder druk te staan. Veel boeren stoppen ermee (of zijn dat van plan). Anderen kopen deze vrijkomende productiecapaciteiten op, waardoor de totale productie niet of nauwelijks afneemt. Deze trend heeft ook grote gevolgen voor de planologische ontwikkeling. Agrarische bedrijven die overblijven hebben een grotere productiecapaciteit kunnen verwerven en hebben op die manier op verschillende plaatsen grond aangekocht. Gevolg daarvan is weer toename van vraag naar uitbreidingen van stallen, kavelruilen en bedrijfsverplaatsingen. Het streekplan van de provincie Gelderland geeft hiervoor soms mogelijkheden. Niet altijd is het voor de gemeente mogelijk daarop in te spelen. Dat komt de vitaliteit van de landbouw, maar daarbij ook van het buitengebied soms niet ten goede. Zo – maar ook los daarvan - ontstaan in toenemende mate agrarische bedrijven met een tweede tak, bijvoorbeeld een recreatieve functie. Opbrengsten uit zo’n tweede tak kunnen dan weer worden geïnvesteerd in de agrarische functie.
Het ontwikkelen van zo’n tweede tak kent overigens zijn beperkingen Toch slagen sommigen in creatief ondernemerschap.
Sociaal zijn er ook een aantal ontwikkelingen te noemen. De toename van ouderen doet zich ook voor in de agrarische sector en op het platteland. Daardoor ontstaat er een grotere behoefte aan woonruimte die geschikt is voor oudere bewoners (zie ook speerpunt 2.) die al of niet behoefte hebben aan hulp.
Op de agrarische bedrijven is vaak na aanpassing een dergelijke extra woonruimte te creëren. In den lande (ook in onze provincie) zijn zulke ontwikkelingen mogelijk. Wij zijn van mening dat de gemeente hierop in moet spelen.
Bovendien wordt met een dergelijke opsplitsing het dreigende verval van deze woningen en verloedering van het buitengebied tegengegaan. Er kunnen soms 3 gezinnen bij elkaar wonen.. Door deze aanpak zijn er prachtige combinaties denkbaar. Bijvoorbeeld een boer waar de vrouw een kinderopvang heeft en waar de ouders op het zelfde erf wonen. De vrouw kan dan voor de ouders even bijspringen voor kleine zaken, zodat deze mensen een veel langere tijd nog gewoon thuis kunnen blijven wonen En niet naar een verzorgingstehuis moeten. Met vaak beperkte hulp kunnen zij nog lang op hun vertrouwde plek blijven wonen. Er zijn erg veel mogelijkheden waar een ieder voordeel van heeft, en het is dus zaak dat de gemeente daar goed op inspeelt en zijn plannen daar op aanpast. Overigens liggen ook hier mogelijkheden voor samenwerking tussen verschillende gemeenten.
Actiepunten:
- het ontwerpen (vaststellen) en uitvoeren van een landschapsontwikkelingsplan
- stimulering van het bewustwordingsproces rond energiebesparing en klimaatbeleid. Oldebroek moet als aandeelhouder van energieleverancier NUON deze onderneming dringend verzoeken op iedere jaarnota de volgende zinsnede af te drukken: “Het energieverbruik in uw huishouden of bedrijf heeft bijgedragen aan de toename van het broeikaseffect met de uitstoot van ... kg CO2.”
- de gemeente heeft een voorbeeldfunctie voor een beleid dat waar groen moet worden gekapt, gezorgd moet worden voor herbeplanting; monumentale bomen worden gespaard en beschermd
- straatvervuiling moet actief worden tegengegaan door boetes; Bureau HALT kan vuilopruimers ‘leveren’ in het kader van een alternatieve straf
- er wordt voorlichting gegeven over preventie van afval en het scheiden van afvalcomponenten ‘aan de bron’
- een verbod op hondenpoep in de openbare ruimte: de eigenaar moet dit zelf opruimen; de gemeente zorgt voor voldoende afvalbakken en duidelijk aangegeven honden-uitlaat-stroken
- stimulering van projecten waarbij de lokale middenstand in samenwerking met lokale verenigingen en lokaal bestuur zelf de promotor wordt van veilig en milieuvriendelijk verkeer naar de winkel
- beeldbepalende plekken in de dorpen en daarbuiten dienen beschermd te worden;
- stimuleren van het afkoppelen van regenwater door het opstellen van een systeem van een investeringssubsidie in combinatie met een reductie van het rioolrecht; het beleid ter stimulering van regentonnen dient te worden voortgezet;
- optimaliseren van het rioolsysteem; waar nieuwe riolering wordt aangelegd, is scheiding van afvalwater en regenwater vanzelfsprekend
- stimulering van zuinig energiegebruik; ook nieuwe mogelijkheden van alternatieve energiebronnen worden bevorderd, zoals bio-energie
- er wordt gestreefd naar duurzaam onkruidbeheer
- het voormalige sportpark Stuivezand bij ’t Loo moet een goede invulling krijgen
- in deze collegeperiode dienen alle oude bestemmingsplannen (10 jaar of ouder) te worden geactualiseerd en opnieuw te worden vastgesteld;
- er wordt een nieuw energiebesparingplan opgesteld in combinatie met een herkenbare energiecoördinator in de ambtelijke organisatie; bijzondere aandacht daarbij voor:
- het private initiatief om in het bovenlokale bedrijventerrein H2O een bedrijf te vestigen dat alternatieve energieopwekking in combinatie met de productie van biobrandstoffen nastreeft, zal krachtig worden ondersteund;
- de warmte-isolatie van woningen door het stellen van normen in de bouwvergunningen;
- er dient een nieuw gemeentelijk fietspadenplan te worden opgesteld; Tevens moet de gemeente zorgen voor goede en gratis fietsenstallingen bij openbare gebouwen, winkel-gebieden en opstapplaatsen van het openbaar vervoer
- er wordt gestreefd naar fietsvriendelijke maatregelen die het autogebruik kunnen terugdringen
- de ChristenUnie wil onderzocht hebben of het circuit te Mulligen ook door andere recreatieve gebruikers benut kan worden, zonder de waarden van flora en fauna te schaden
- de gemeente bevordert de leefbaarheid op het platteland en het buitengebied door – zo mogelijk met benutting van het provinciale streekplan – creatief ondernemerschap te bevorderen.
- De mogelijkheden van extra woonruimte op agrarische bedrijven wordt bevorderd.
Thema 5: Met elkaars levensovertuigingen
Onze visie op de verantwoordelijkheid van overheid en samenleving
In de samenleving van vandaag zijn tendensen waar te nemen die religie in een kwaad daglicht stellen. De excessen zoals de bedreigingen van politici, de aanslagen in New York en Madrid en de moord op Theo van Gogh leidden tot negatieve associaties met godsdienst in het algemeen. Dat is een reactie die te begrijpen, maar ook te betreuren is.
Het recht op vrijheid van meningsuiting is voor de ChristenUnie van groot belang, en juist daarom moet daar zorgvuldig en met respect voor andersdenkenden mee om worden gegaan.
De ontwikkeling naar een zogenaamde neutrale staat waar bepaalde groeperingen – mede in reactie op de hierboven beschreven gebeurtenissen - op dit moment naar streven, is een illusie. Bij het maken van beleid spelen altijd overtuigingen mee die gestoeld zijn op al dan niet religieuze levensovertuigingen. Daarom kan dat beleid nooit neutraal zijn. Bewustmaking hiervan is een belangrijk speerpunt van de ChristenUnie.
In de gemeenteraad moet het inhoudelijke debat tussen de verschillende overtuigingen plaatsvinden, zodat duidelijk is wat bindt en wat scheidt. Daardoor ontstaat ruimte voor echt begrip en voor tolerantie.
Een samenleving waarin ruimte is voor levensovertuigingen kan alleen goed functioneren als er een helder beeld is van wat de scheiding tussen kerk en staat inhoudt. Scheiding tussen kerk en staat betekent dat beide geheel eigen verantwoordelijkheden en bevoegdheden hebben.
Scheiding van kerk en staat mag geen scheiding van geloof en politiek betekenen. Alsof religie en levensbeschouwing geen invloed zouden mogen hebben op politieke standpunten. Wie de Bijbel serieus neemt, laat dat doorwerken in zijn of haar mening over de omgang met mens en natuur. In die zin beschouwen wij het als onmogelijk om zogenaamde “neutrale standpunten” in te nemen. De plaats die godsdienst inneemt in het publiek leven moet daarom, binnen de kaders van de wet, behouden blijven.
Wil religie niet tot een tweedeling leiden maar een samenbindende factor zijn, dan zal de overheid de waarde van religie in een samenleving moeten (her)ontdekken. Een samenleving zonder religie mist veel maatschappelijk kapitaal in de vorm van vrijwilligers, zingeving en identiteitsbeleving.
Daarbij geloven wij dat het christelijk geloof en de christelijke waarden en normen het meest heilzaam zijn voor de samenleving.
De gemeente steunt stichtingen die vanuit kerken in het leven zijn geroepen om mensen die op welk manier dan ook hulp nodig hebben, te ondersteunen. In het kader van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning, waarin de verantwoordelijkheid voor elkaar in feite wordt ‘teruggegeven’ aan de samenleving, zijn deze initiatieven zeer gewenst.
Vanuit het christelijke geloof pleiten wij voor zondagsrust en in het verlengde daarvan voor de sluiting van winkels op zondag. Een collectieve rustdag is buitengewoon waardevol in een hectische, soms dolgedraaide samenleving. Mensen moeten in alle rust naar de kerk kunnen gaan. Mensen moeten samen met familie, vrienden, buren een vrije dag kunnen beleven. Dat lukt niet als iedereen op andere dagen van de week vrij heeft.
Het is zowel voor christenen als voor niet-christenen waardevol om een ritme van werken en rusten te hebben. Daarbij streven wij niet naar een gedetailleerde discussie over wat wel en niet toelaatbaar is op zondag. Het woord “genieten” betekent: loskomen van dagelijkse bezigheden, niet werken en voor je laten werken, de gemeenschap met elkaar zoeken en de zondag aan God wijden. In de gemeenteraad willen we andere partijen overtuigen om mee te gaan met deze punten. Dat kan worden samengevat met het woord “ontspanning en ontmoeting”.
De ChristenUnie wil ruimte geven aan religies en levensovertuigingen, maar wel binnen de grenzen van de wetgeving! De ChristenUnie wil bevolkingsgroepen niet stigmatiseren. Mensen zijn vrij om hun godsdienst, ook met uiterlijke kenmerken, te uiten. Godsdienst moet niet teruggedrongen worden tot achter de muren van huis, kerk of moskee, maar mag zich publiekelijk uiten. Kledingvoorschriften kunnen alleen worden gesteld vanuit overwegingen van veiligheid, functionaliteit of onpartijdigheid. Minderheden moeten worden gerespecteerd en serieus genomen. De overheid heeft daarbij een voorbeeldfunctie.
Alle groepen, ongeacht hun overtuiging of godsdienst, hebben evenveel rechten. Het tegengaan van discriminatie, antisemitisme en homohaat is een opdracht voor de overheid, maar ook voor de samenleving en dan voor zowel autochtone als allochtone groepen. Respect moet van beide kanten komen. Ook van moslims mogen wij respect verwachten, bijvoorbeeld voor christenen, voor vrouwen of voor joden.
De samenstelling van onze lokale bevolking naar levensbeschouwing vindt onder andere zijn vertaling in de keuze voor christelijke partijen. Toch kunnen ook christelijke partijen zich niet op het standpunt stellen dat zij geen boodschap hebben aan niet-christenen bij verschillende ethische onderwerpen. Het overtuigd kiezen voor een heilzame toepassing van christelijke waarden en normen ontslaat niet van de christelijk missie om met andersdenkenden te communiceren over dergelijke onderwerpen. In dat verband wordt het overleg over zingeving voor jongeren op zondag, dat wordt gevoerd door vertegenwoordigers van kerken, het algemeen en hervormd jeugdwerk, samen met b.v. politie en overheid, positief gewaardeerd. Verschillen dienen niet genegeerd, maar open besproken te worden.
De ChristenUnie maakt zich sterk voor het behoud van het bijzonder onderwijs in de gemeente. Bij initiatieven voor samenwerkingsscholen en/of brede scholen dienen voorwaarden gecreëerd te worden waardoor er sprake is van het behoud van de identiteit van de school. Kennis van de geschiedenis van het christendom en het christelijke stempel op de geschiedenis van Nederland is ook op openbare scholen van groot belang. (Zie ook thema 2. over onderwijs en educatie.)
Actiepunten:
- een structurele samenwerking van onze partij met kerken en maatschappelijke organisaties
- het zoeken van mogelijkheden tot een dialoog over onderwerpen of op momenten waarop vertaling van christelijke waarden en normen stuit op verzet
- het bevorderen van een positieve (straat)cultuur; onder andere door het tegengaan van verloedering en de vorm van grof taalgebruik en vloeken, bijvoorbeeld door aan sportverenigingen e.d. gratis borden beschikbaar te stellen met een tekst als “Een vloek mist ieder doel”
Thema 6: Kunst en cultuur brengt mensen bij elkaar
Onze visie op de verantwoordelijkheid van overheid en samenleving
Kunst en cultuur zijn vaak direct verbonden met gaven die mensen hebben gekregen. Daarom verstaan wij onder deze begrippen een heel breed scala van activiteiten, uitingen en verworvenheden. Van theater tot symfonieorkesten, van beeldende kunst tot dansgezelschappen en koren, musea, poëzie, toneel et cetera. Bovendien zijn de Nederlanders met recht trots op het culturele erfgoed in de vorm van gebouwen, dorps- en stadsgezichten en cultuurlandschappen.
De ChristenUnie staat op het standpunt dat kunstenaars het leven kunnen verrijken door hun benadering van wat er om ons heen gebeurt. Zij kunnen de ogen openen, zowel voor het goede en het mooie als ook voor het bedreigende en het lijden. Bovendien kan kunst de aandacht voor de geschiedenis levend houden en mensen helpen bij het ervaren van een identiteit. Kunst en cultuur kunnen daarom mensen samenbinden en bijdragen aan maatschappelijke betrokkenheid.
Kunst bindt mensen samen. Het is daarbij wel nodig dat kunstenaars en kunstinstellingen het contact met de bevolking zoeken. Kunstcommissies in gemeenten moeten daarom niet alleen uit deskundigen op het gebied van kunst, architectuur en openbare ruimte moeten bestaan, maar ook uit een aantal ‘gewone’ burgers. Omdat kunst samenbindt moet aan de verschillende aspecten van kunst en cultuur aandacht besteed worden. De ChristenUnie wil dienstbare kunst (ten dienste van bevolking) en innovatieve kunst niet tegenover elkaar zetten. Voor beide aspecten moet er plaats zijn. Het is belangrijk dat gemeenten kunstcommissies de opdracht geven aan diverse kunstvormen aandacht te geven. We denken dat aan het stimuleren van kunst die identiteitsbevorderend kan zijn door de aandacht voor de historische en culturele identiteit van de plaats waar de kunst terechtkomt.
Kunst bindt ook jongeren samen. Jongeren kunnen zich door middel van kunst op een positieve manier uiten, culturele verschillen leren respecteren, en hun gevoel van eigenwaarde ontwikkelen. Vaak zijn het zelfs de jongeren die nieuwe impulsen aan cultuur geven, bijvoorbeeld in de vorm of met behulp van nieuwe media.
Als kunst tot excessen leidt in de vorm van (aanzet tot) discriminatie, geweld, godslastering en onzedelijkheid, dan drijft kunst mensen juist uit elkaar. Daarom is het de taak van de gemeente om een aantal criteria te stellen op deze gebieden.
Actiepunten:
- het beschikbaar stellen van openbare gebouwen, zoals bibliotheken voor kunstenaars bij voorkeur uit de eigen gemeente
- Oldebroek roept een kunstcommissie in het leven waarin naast kunstenaars en ‘cultuurambtenaren’ ook (andere) burgers zitten;
- deze kunstcommissie ontvangt de opdracht om de culturele diversiteit te waarborgen; dus naast innovatieve kunst ook ambachtelijke en historisch-culturele;
- stimulering van diverse relaties op kunstgebied: relaties tussen diverse soorten amateurkunstverenigingen, relaties tussen professionele kunstinstellingen en scholen
- stimulering van de amateurkunst;
- hantering van criteria ten aanzien van geweld en discriminatie, godslastering en zedelijkheid, uitsluitend om excessen in de kunstuitingen zoveel mogelijk te voorkomen
- waar mogelijk versterken van de werfkracht van het Boerderijmuseum De Bovenstreek, de kunstroute e.d.
- kunstenaars die willen meedoen met initiatieven als de kunstroute, exposities e.d. mogen niet in een nadelige positie komen als zij de zondagsrust willen respecteren
Thema 7: Economie en financiële huishouding
Onze visie op de verantwoordelijkheid van overheid en samenleving
De ideologie van de vrije markt heeft de laatste jaren de vanouds gemengde Nederlandse markteconomie sterk van aanzien doen veranderen. De sociale welvaartsstaat beweegt zich steeds meer in de richting van een liberale welvaartsstaat. De overheid treedt terug uit sectoren die ze aan de markt denkt te kunnen overlaten. Deregulering wordt daarbij gebruikt om de slagkracht van de maatschappij (lees markt) te verhogen. Veel daarvan speelt zich af op nationaal niveau. Maar deze trend is ook waar te nemen binnen de gemeentegrenzen. Ook voor gemeenten is het belang van een goed draaiende lokale economie groot.
Het Midden- en Klein Bedrijf (MKB) is de motor van de economie, zeker van onze lokale economie. Voor de gemeente is, naast het belang van een gezond midden en kleinbedrijf, ook de aanwezigheid van een breed spectrum aan kleinere bedrijven van groot belang voor de leefbaarheid. Dat zijn allemaal redenen voor het gemeentebestuur om niet alleen aandacht te besteden aan grote bedrijven, maar zich daarnaast ook te richten op het MKB.
Centraal in de economische visie van de ChristenUnie staat het besef dat de mens de opdracht heeft de aarde op een verantwoorde manier te “bebouwen en te bewaren”. Dit betekent voor de persoonlijke sfeer dat ieder dient te zorgen voor zichzelf, zijn gezin, zijn naasten en zijn omgeving, en zo zijn mogelijkheden te benutten om zich voor de gemeenschap en tot eer van God te ontplooien.
Die opdracht kan in groter verband alleen samen worden uitgevoerd, door markt en overheid, ieder in een eigen rol. Een voorwaarde daarvoor is dat de economische ontwikkeling gericht is op ontwikkeling van de samenleving als geheel, en daarom rekening houdt met de schepping en met toekomstige generaties. Een heel ander voorbeeld in dit verband is het verschijnsel kringloopwinkel. Daarin komen veel positieve doelen samen, afgezien van enig hergebruik van gebruiksvoorwerpen is te wijzen op de fondsen die (niet-commerciële) kringloopbedrijven opleveren voor goede doelen; ook stimuleert het betrokkenheid en zingeving als gelet wordt op de belangeloze inzet van de vele vrijwilligers.
De gemeente heeft vooral een regulerende rol. Zelfstandigen dienen op een goede wijze gestimuleerd te worden. In regelgeving rondom bijzondere bijstand horen zij niet buiten de boot te vallen. De gemeente ziet erop toe dat de ruimtelijke, economische en technologische ontwikkeling niet ten koste gaat van de levensvoorwaarden voor mensen, dieren en planten, maar deze zo mogelijk verbetert. Landelijk waakt de overheid ervoor dat oneerlijke concurrentie vermeden wordt én dat er geen monopolies ontstaan.
Niet alle economische activiteiten dragen bij aan een ethisch verantwoorde maatschappij. De ChristenUnie verwerpt ook daarom activiteiten als prostitutie, gokhallen en coffeeshops. Verder is zij zeer kritisch over tendensen in de richting van een 24-uurseconomie. De gemeente dient altijd op zoek te zijn naar een balans tussen welvaart en welzijn.
De gemeente hanteert een vestigingbeleid voor bedrijven waarin het van belang is dat economische ontwikkelingen in harmonie met de omgeving plaats vinden. De overheid mag daarin niet de rol van betuttelaar op zich nemen, maar kan ook niet met iedere oplossing die het bedrijf aandraagt klakkeloos in zee gaan.
Door het voeren van een goed vestigingsbeleid kunnen zowel overheid als burgers samen winnen. De aanwezigheid van een veelkleurig palet aan bedrijven is goed voor de werkgelegenheid. Wanneer het maar enigszins kan, zal moeten worden voorkomen dat de plaatselijke economie eenzijdig op een bepaald type werk is gericht.
Naar de overtuiging van de ChristenUnie zal het College zich in de nieuwe raadsperiode moeten inzetten voor een grotere diversiteit aan bedrijven. Daartoe kunnen vooral bedrijven van buiten de gemeente een rol spelen. Er zal dan ook krachtig bij de provincie bepleit moeten worden de rigide regel, dat alleen bedrijven van binnen de drie samenwerkende gemeenten zich op het bedrijventerrein H2O mogen vestigen, voor dit doel te versoepelen. Uitdaging blijft immers niet ‘meer van hetzelfde’ aan bedrijven en winkels te krijgen, maar een aanbod met meerwaarde. Oldebroek kwam in het koopkrachtonderzoek van 2005 als de beste uit de bus; het is zonder meer een uitdaging ons ervoor in te zetten dit zo te houden of te versterken.
De gemeente zorgt voor een heldere regelgeving. Daar is op lokaal niveau heel veel aan te doen. Eén (mogelijk virtueel of digitaal) loket voor alle vragen van bedrijven voorkomt bureaucratie en eindeloze afhandelingprocedures. Door snelle afhandelingen van de verschillende soorten vergunningen en een goede afstemming binnen de gemeente wordt meegewerkt aan een positief vestigingsklimaat. Het is van belang dat alle vergunningen voldoen aan de wettelijke eisen, maar dat overdaad aan regels daarin gesaneerd wordt. Dit zal door de gemeenteraad nauwlettend dienen te worden gecontroleerd.
Een goede werkgelegenheid is van belang voor zowel de bedrijven als de gemeente en haar inwoners. Het belang om zoveel mogelijk mensen uit de uitkering te halen en te houden is bijzonder groot. Het geld dat hiervoor beschikbaar is moet efficiënt ingezet worden. Er is door samenwerking op dat terrein dus heel wat te winnen. Wanneer bedrijven bijdragen in de scholing van jongeren ligt het werk als het ware om de hoek klaar. Jongeren kunnen op die manier beter aan de slag. Bedrijven hebben zo de nieuwe arbeidskrachten binnen handbereik. En voor de gemeente is er een grote plaatsingmogelijkheid van mensen die tot de arbeidsmarkt willen toetreden. Het is daarom van belang dat de gemeente in overleg met het bedrijfsleven onderzoekt op welke wijze zij in opleidingstrajecten en om/bij/nascholingen kan bijdragen. En daarover ook afspraken maakt met het bedrijfsleven. Ook het stimuleren van startkwalificaties voor jongeren op de arbeidsmarkt mag in dit verband worden genoemd. De ChristenUnie is voorstander van het via gemeentelijke bestekken bevorderen van leerlingbouwplaatsen.
Lokale en regionale initiatieven om bij werkgelegenheid b.v. ook bedrijven binnen eigen gemeente- en/of regiogrenzen volwaardige kansen te geven verdienen onze steun. In dit verband is een ambitieuze lokale aanpak binnen een regionale visie en samenwerking richtinggevend.
Hoewel de druk om aan het werk te gaan en te blijven groot moet zijn, getuigt het ook van maatschappelijke moed wanneer erkend worden dat niet iedere burger op dezelfde wijze in onze productie- en prestatiecultuur kan meekomen. Maatschappelijk ondernemen is daarom ook dat zowel overheid als bedrijfsleven ruimte bieden aan mensen die moeilijker kunnen meekomen. Door inschakeling in vrijwilligerstrajecten, of leerwerktrajecten dan wel door laaggeschoolde arbeid aan te bieden zal de maatschappij weer samen winnen.
De gemeente voert goed overleg met maatschappelijke organisaties van onder andere werkgevers en werknemers. Afstemming van economische activiteiten binnen de regio is van toenemend belang. Ook daar is samenwerken winst. Plaatselijk draagt kleinschaligheid bij aan leefbaarheid.
De financiële huishouding van de gemeente
Sluitende begrotingen, stevige reserves, heldere rapportages….; het klinkt allemaal vanzelfsprekend, maar dat is het helaas niet. De ChristenUnie streeft naar verdere verbeteringen op dit punt. Wij maken ons sterk voor een dienstbare overheid, die helder en verantwoord omgaat met ‘gemeenschapsgeld’. Nu het tijdperk aanbreekt dat de zorg via de gemeenten wordt aangeboden, zal de gemeente een bewuste keuze moeten maken bij het inzetten van de financiële middelen in de zorg voor de samenleving, of het investeren in ambities met prestigieuze projecten.
Dit begint bij het maken van plannen en beleid. Vervolgens moet ook de verantwoording over dat beleid goed in elkaar zitten. De raad heeft een controlerende taak, die hij alleen goed kan uitvoeren als het college open en eerlijk rapporteert. Dit betekent een heldere relatie tussen plannen, prestaties, resultaten en kosten.
Wij verwachten dat de gemeente een consistent financieel beleid voert op korte en lange termijn. De beschikbare middelen vormen de randvoorwaarde. Net als elke burger kan de gemeente niet meer geld uitgeven dan ze heeft. Nu zal eerst alle inzet nodig zijn om het bestaande werk af te maken voordat er nieuwe dingen op de rol wordt gezet. Afmaken waar je mee bezig bent en dan pas wat nieuws oppakken.
Voor structurele lasten is structurele dekking nodig.
Wij willen geen verder voorbeslag doen op resultaten die in de toekomst worden verwacht.
De praktijk leert dat het beschikbare geld niet alleen kan worden uitgegeven aan ‘leuke nieuwe dingen’. Naast zorg voor elkaar is ook onderhoud aan groen, infrastructuur en gebouwen noodzakelijk. Dit mag geen sluitpost op de begroting worden. Bij nieuwe plannen is het altijd nodig te bedenken welke kosten het toekomstig onderhoud met zich meebrengt.
Verantwoording
Bij de invoering van het dualisme in 2002 heeft de gemeenteraad een grotere rol gekregen bij de financiële controle. Wij vinden dat een belangrijke taak, waarvoor genoeg tijd en geld beschikbaar moet zijn. Daarom zijn wij voorstander van een stevige Rekenkamercommissie.
Van het college verwachten we de bereidheid loyaal verantwoording af te leggen van het beleid en de uitgaven. Dit geldt in het bijzonder voor grote plannen en projecten. De raad heeft, als vertegenwoordiging van alle inwoners, het recht te weten wat daar achter zit. Die duidelijkheid is ook nodig om bij nieuwe plannen het beter te kunnen doen.
Lasten en tarieven
De kosten waar de inwoners mee te maken krijgen, horen direct gekoppeld te zijn aan het doel of de prestatie. Op dit moment ligt een aantal bedragen erg hoog, bijvoorbeeld voor een aanlegvergunning van een uitrit. Ook het sluiten van een huwelijk is te duur. Wij pleiten voor een redelijk tarief, dat vergelijkbaar is met omliggende gemeenten.
Zolang het systeem van de Onroerende Zaak Belasting (OZB) blijft bestaan, moet de gemeente daar goed en zorgvuldig gebruik van maken. Wij willen de inwoners niet belasten met onverwachte stijgingen. Daarom is ons uitgangspunt: geen verhogingen boven de inflatie.
Subsidies
De ChristenUnie ziet graag dat de mensen en groepen in de samenleving het initiatief nemen. De overheid is niet overal verantwoordelijk voor. Particulier initiatief werkt vaak juist heel goed. Wel kan de gemeente bijdragen, in de vorm van kennis, vergunningen, menskracht en als dat nodig is ook subsidies. En als de gemeente financieel bijdraagt, is het logisch dat daarover verantwoording wordt afgelegd.
Actiepunten:
- de in de structuurvisie van 2003 aangegeven mogelijkheden voor ontwikkelen en saneren van bedrijventerreinen zijn ook voor deze raadsperiode leidend
- vestiging van bedrijven die de diversiteit van de werkgelegenheid vergroten is zeer gewenst; bij de provincie zal sterk op medewerking in deze richting worden aangedrongen
- eenvoudige en heldere vestigingseisen voor bedrijven
- de gemeente Oldebroek voert een actief beleid voor vestiging van detailhandel in de kernen
- het contactpunt voor bedrijven binnen het gemeentehuis wordt versterkt;
- de ontwikkeling van het bedrijventerrein bij Hattemerbroek (H2O) dient met kracht te worden voortgezet
- op het bedrijventerrein Oude Dijk wordt meer ruimte geboden voor kerngebonden bedrijven
- het binnen vast te stellen kaders stimuleren en eventueel faciliteren van startende ondernemers
- jaarlijks dient de werkgelegenheidsmarkt in kaart te worden gebracht; hierdoor komt de gemeente in een positie haar coördinerende- en regierol beter waar te maken
- het betrekken van het bedrijfsleven bij opleidingstrajecten voor jongeren
- de gemeente dient te bevorderen dat o.a. via haar eigen aanbestedingsbeleid aandacht wordt gegeven aan mensen met een beperking, leerlingbouwplaatsen e.d.
- ook breder dient eraan te worden gewerkt dat werkgelegenheid wordt bevorderd voor degenen die aan de onderkant van de arbeidsmarkt staan, bijvoorbeeld door tijdelijke maatschappelijk relevante banen te scheppen
- stimulering van de vestiging van bedrijven die een relatie met elkaar kunnen hebben op het gebied van transport, verwerking van elkaars producten dan wel restverwerking van afvalstromen; het stimuleren van de mogelijkheden tot afstemming, samenwerking e.d. tussen deze bedrijven onderling (restwarmte – afval - van de ene fabriek kan bijvoorbeeld input zijn voor de ander)
- een geschakeerde samenstelling van werkgelegenheidsobjecten en aandacht voor de regionale positie van de gemeente in de arbeidsmarkt
- afstemming van het aanbod op de arbeidsmarkt en de beroepsopleidingen in de
omgeving op elkaar (proberen die bedrijven aan te trekken die aansluiten bij de beroepsopleidingen in de buurt) - een goede kennisinfrastructuur (o.a. onderzoeks- en onderwijsinstellingen; proberen die beroepsopleidingen binnen de regio binnen te halen die van belang zijn voor de aanwezige bedrijvigheid)
- het stimuleren van het in het leven roepen van een parkmanagement bij (her-)inrichten van bedrijventerreinen
- in samenwerking met de ondernemersvereniging Wezep-Hattemmerbroek een plan tot renovatie en modernisering van het Meidoornplein opstellen en het uitvoeringsproces faciliteren;
- de gemeente zal binnen de mogelijkheden van de ruimtelijke kaders een revitalisering van de agrarische sector bevorderen
- het bevorderen van de vestiging van een kringloopbedrijf op ideële basis in Wezep
- het bevorderen van een aantrekkelijk werkklimaat in de organisatie van de gemeente; een taakgericht beleid waarbij de competenties van mensen worden gestimuleerd en benut; een aanpak waarbij mensen zich betrokken en verantwoordelijk voelen bij hun werk; zondagsarbeid dient te worden voorkomen;
- er wordt geen verder voorbeslag gedaan op resultaten die in de toekomst worden verwacht.
- de kosten waar de inwoners mee te maken krijgen, horen direct gekoppeld te zijn aan het doel of de prestatie
- de lokale rekenkamercommissie krijgt voldoende middelen en een duidelijke opdracht om het college goed te controleren
- het tarief voor het sluiten van een huwelijk moet omlaag
De ChristenUnie in Oldebroek hoopt dat u aan dit verkiezingsprogramma uw steun wilt geven!
Reacties op 'Verkiezingsprogramma 2006-2010'
Geen berichten gevonden
Log in om te kunnen reageren op nieuwsberichten.