Positie burgers bij bestuurlijke vernieuwing

maandag 19 december 2011 12:02

Als bij dienstverlening wordt samengewerkt met andere gemeenten moeten de burgers dat kunnen volgen. Burgers moeten ook zelf kunnen meedenken bij de vraag of iets zich leent (of niet) voor betrokkenheid van burgers. Behalve goede plannen is het ook nodig dat college en ambtenaren als uitvoerders daarvan het juiste gedrag beheersen. Uiteraard zullen burgers zelf ook moeten aangeven tot hoever ze willen ‘instappen’. Burgerparticipatie zal echter niet leiden tot een nieuwe bestuurslaag.Aldus enkele uitspraken van onze fractie bij het bespreken van het zogenoemde Uitvoeringsprogramma bestuurlijke vernieuwing en de uitwerkingsnotitie burgerparticipatie. We kunnen ons in de hoofdlijnen van de collegevoorstellen goed vinden.

Burgers moeten het kunnen volgen.
Er wordt nagedacht over de beste aanpak voor het (vanuit het rijk opgelegde) Klantcontactcentrum per gemeente. Daarin zoeken we aansluiting bij onze partners Hattem en Heerde. Dat levert voor de gemeente voordeel op, in kwaliteit en in besparing, en voor de burgers. Bij die samenwerking werkt het college langs de lijn van een drietrap: gemeente, intergemeentelijke samenwerking, regio. We delen die benadering. Er zijn veel ontwikkelingen op dit gebied. Daarom bepleiten we stelselmatig dat die samenwerkingsvormen draagvlak in de samenleving moeten hebben (democratische legitimering). Daarbij hoort naar de mening van onze fractie dat burgers breder geïnteresseerd moeten zijn of zouden moeten worden dan in de eigen straat of het individuele belang. Om dat te bereiken zijn er bijvoorbeeld dorpsgesprekken, en streven we naar een klankbordgroep in elke woonkern. En rond de Toekomstvisie (zie elders op onze site) wordt o.a. gestimuleerd dat burgers zich verantwoordelijk voelen voor hun leefomgeving. Er wordt nagedacht over wijkplannen en –budgetten. Die betrokkenheid kan overigens niet de vorm krijgen van een soort extra bestuurslaag, zoals grote steden deelraden kennen.

Participatieladder
Dit is een schema waarin stappen staan voor de manier waarop je burgers betrekt. Dat varieert van de lichtste stap (informatie geven) tot de zwaarste: iets ‘overlaten aan’ (een groep van) burgers. We vinden die eerste stap heel belangrijk. Want ook bij ‘slechts’ informeren moet je de burgers heel serieus nemen. Ook als je denkt dat een onderwerp zich verder niet leent voor burgerparticipatie zul je dat moeten communiceren met de burgers. Of en hoe burgers kunnen participeren moet naar onze mening per situatie en per onderwerp worden bezien. Het hangt bijvoorbeeld af van draagkracht: kunnen burgers bij een bepaald onderwerp of voorziening dat zelf blijvend in stand houden? Hebben zij zich daarvoor voldoende duurzaam georganiseerd? Het hangt ook af van de vraag of de gemeente wettelijk wel de vrijheid heeft om iets ‘los te laten’. En niet in de laatste plaats hangt het af van financiën. Wethouder Hoorn gaf aan dat zij per onderwerp met een voorstel naar de raad wil komen. Dat lijk ons de goede benadering. Zo kunnen we als volksvertegenwoordiging dus actief sturen op burgerparticipatie.

Gedrag
Bij burgerparticipatie komt de rol van de overheid heel nauw. Dus benadrukten we opnieuw dat een visie belangrijk is, maar dat het vervolgens vooral aankomt op het gedrag dat daarbij hoort. In bestuursstijl, in de meedenkende houding van de ambtenaren (wat in het plan terecht ook wordt genoemd). Maar evengoed is het gedrag van burgers belangrijk. Want het gaat dan niet om belangenbehartiging, om wensen van de individuele burger, maar om hoe mensen de samenleving kunnen dienen en er verantwoordelijkheid voor nemen. Soms zonder overheid, soms met de overheid als partner.
We kijken met belangstelling uit naar de (verdere) praktijk van deze plannen.

Ton van Leijen

Aldus enkele uitspraken van onze fractie bij het bespreken van het zogenoemde Uitvoeringsprogramma bestuurlijke vernieuwing en de uitwerkingsnotitie burgerparticipatie. We kunnen ons in de hoofdlijnen van de collegevoorstellen goed vinden. 

Burgers moeten het kunnen volgen.

Er wordt nagedacht over de beste aanpak voor het (vanuit het rijk opgelegde) Klantcontactcentrum per gemeente. Daarin zoeken we aansluiting bij onze partners Hattem en Heerde. Dat levert voor de gemeente voordeel op, in kwaliteit en in besparing, en voor de burgers. Bij die samenwerking werkt het college langs de lijn van een drietrap: gemeente, intergemeentelijke samenwerking, regio. We delen die benadering. Er zijn veel ontwikkelingen op dit gebied. Daarom bepleiten we stelselmatig dat die samenwerkingsvormen draagvlak in de samenleving moeten hebben (democratische legitimering). Daarbij hoort naar de mening van onze fractie dat burgers breder geïnteresseerd moeten zijn of zouden moeten worden dan in de eigen straat of het individuele belang. Om dat te bereiken zijn er bijvoorbeeld dorpsgesprekken, en streven we naar een klankbordgroep in elke woonkern. En rond de Toekomstvisie (zie elders op onze site) wordt o.a. gestimuleerd dat burgers zich verantwoordelijk voelen voor hun leefomgeving. Er wordt nagedacht over wijkplannen en –budgetten. Die betrokkenheid kan overigens niet de vorm krijgen van een soort extra bestuurslaag, zoals grote steden deelraden kennen.  

Participatieladder

Dit is een schema waarin stappen staan voor de manier waarop je burgers betrekt. Dat varieert van de lichtste stap (informatie geven) tot de zwaarste: iets ‘overlaten aan’ (een groep van) burgers. We vinden die eerste stap heel belangrijk. Want ook bij ‘slechts’ informeren moet je de burgers heel serieus nemen. Ook als je denkt dat een onderwerp zich verder niet leent voor burgerparticipatie zul je dat moeten communiceren met de burgers. Of en hoe burgers kunnen participeren moet naar onze mening per situatie en per onderwerp worden bezien. Het hangt bijvoorbeeld af van draagkracht: kunnen burgers bij een bepaald onderwerp of voorziening dat zelf blijvend in stand houden? Hebben zij zich daarvoor voldoende duurzaam georganiseerd? Het hangt ook af van de vraag of de gemeente wettelijk wel de vrijheid heeft om iets ‘los te laten’. En niet in de laatste plaats hangt het af van financiën. Wethouder Hoorn gaf aan dat zij per onderwerp met een voorstel naar de raad wil komen. Dat lijk ons de goede benadering. Zo kunnen we als volksvertegenwoordiging dus actief sturen op burgerparticipatie. 

Gedrag

Bij burgerparticipatie komt de rol van de overheid heel nauw. Dus benadrukten we opnieuw dat een visie belangrijk is, maar dat het vervolgens vooral aankomt op het gedrag dat daarbij hoort. In bestuursstijl, in de meedenkende houding van de ambtenaren (wat in het plan terecht ook wordt genoemd). Maar evengoed is het gedrag van burgers belangrijk. Want het gaat dan niet om belangenbehartiging, om wensen van de individuele burger, maar om hoe mensen de samenleving kunnen dienen en er verantwoordelijkheid voor nemen. Soms zonder overheid, soms met de overheid als partner.

We kijken met belangstelling uit naar de (verdere) praktijk van deze plannen. 

Ton van Leijen

« Terug

Reacties op 'Positie burgers bij bestuurlijke vernieuwing'

Geen berichten gevonden

Log in om te kunnen reageren op nieuwsberichten.

Archief > 2011 > december