Westerlingen zullen onze toeristische en recreatieve functie noemen. Terecht. Maar we hebben meer te bieden, zoals relatief veel instellingen voor zorg, behandeling, retraite.  In ieder geval blijkt het nodig om als gemeenten op de Veluwe samen op te trekken in het versterken en benutten van onze sterke kanten. Op dit punt gekomen wordt het onderwerp wat abstracter, maar ik probeer het toch een beetje concreet te maken. De gemeenten op de Noord-Veluwe ontwikkelden eerder een gemeenschappelijk visie onder de naam Care Valley. Om verschillende redenen (vooral naar het lijkt van financiële aard) is dat niet uit de verf gekomen. Inmiddels zijn er zoveel ingrijpende bewegingen dat het van belang is op een nieuwe manier de ‘overheidshanden ineen te slaan’. Er zijn allerlei vormen van samenwerking, zoals het RNV-verband (RNV=Regio Noord Veluwe, een wettelijk verplichte regeling met deelname door 6 gemeenten) , maar ook samenwerkingen rond onderwerpen als veiligheid, gezondheidszorg, enz. In een andere bijdrage op onze site (“Succesfactoren voor gemeentelijke samenwerking”) vertelden we al iets over intergemeentelijke samenwerking (H2O, Meerinzicht c.a.).

Het besef is gegroeid dat het goed is los daarvan, als het ware boven al die ontwikkelingen uit, ook op een strategisch niveau zich te organiseren. Care Valley bracht niet wat de bedoeling was, en de groep rond Meerinzicht vond de RNV daarvoor niet geschikt. Acht gemeenten vormen nu dan een zogenoemde strategische alliantie: Oldebroek, Elburg, Ermelo, Harderwijk, Hattem, Heerde, Nunspeet, en Putten. In de vergadering van de raadscommissie Bestuur en Veiligheid afgelopen week werd hierover gesproken. Het leverde vooral vragen op over de concreetheid van deze alliantie. Ondergetekenden vroegen naar de redenen van het niet of onvoldoende van de grond komen van andere verbanden zoals RNV en Care Valley, omdat we niet zitten te wachten op weer een vorm die ‘het niet zou halen’. Burgemeester Adriaan Hoogendoorn gaf veel uitleg, maar moest tegelijk erkennen dat in de toekomst moet blijken of de acht gemeenten samen voldoende body en inhoud kunnen geven aan deze alliantie. Daarbij is het ook weer niet uitgesloten dat bijvoorbeeld uitvoering van zaken die uit de alliantie voortvloeien bij de RNV terechtkomen.

De alliantie kan een goed gespreksplatform zijn voor overleg over drie belangrijke dossiers die naar de gemeenten toekomen: de jeugdzorg, delen van de AWBZ, en de zogenoemde participatiewet. (In vaktaal: transitiedossiers). Er zal een directe lijn zijn van deze nieuwe vorm naar de colleges en raden, dus zonder tussenlaag van een algemeen bestuur o.i.d.  De Care Valley-visie is niet van de baan, maar het gaat er nu wel om dat deze visie geconcretiseerd wordt: Veluwe als merk sterk maken en benutten. Voor deze alliantie wordt een strategisch bestuurlijk convenant tussen de gemeenten gesloten. Binnen deze alliantie kan gesproken worden over de al genoemde transitiedossiers, maar zeker ook over het streven van de rijksoverheid naar gemeenten met 100.000-inwoners. Dat maakt het ook van belang te zoeken naar verbreding, dus wordt er gehoopt op samenwerking met Epe en Apeldoorn.

Wij steunen het college in deze keuze, omdat het voor onze gemeente goed is deel te nemen in een alliantie die een goed gespreksplatform kan zijn voor het omgaan met de transitiedossiers en andere decentrale ontwikkelingen. Maar evengoed omdat de Veluwe breed gezien een economische factor vormt van niet geringe betekenis. Gemeenten hebben daarbij ook steun aan elkaar in het afstemmen van economische keuzen en het strategisch opereren in tijden van crisis. Toegegeven: het zijn plannen, voornemens. En er is zoveel in ontwikkeling dat heel veel bewegingen van invloed zullen zijn op de toekomst van deze alliantie. De praktijk moet laten zien of de partners er inderdaad in slagen deze alliantie tot een succesvol verbond te maken. We volgen het actief.

Hans het Lam en Ton van Leijen