Gemeenten zijn verplicht deel te nemen in zogenoemde Veiligheidsregio’s. Daar zitten veel goede kanten aan. Oldebroek neemt met een aantal andere gemeenten deel aan het brandweercluster Veluwe-Noord. Onze gemeentelijke brandweer moet gefaseerd ondergebracht worden in de Veiligheidsregio Noord en Oost Gelderland (VNOG). Zo’n overgang vergt aanpassingen die goed zijn zolang ze de slagkracht en de veiligheid dienen. Deze overgang levert echter een forse kostenverhoging op van ruim 35.000 euro in 2012, dalend tot ruim 30.000 euro in 2015. Dat zijn geen incidentele, maar structurele lasten, ze komen dus elk jaar terug. Oorzaak ligt vooral in een aantal componenten van de VNOG die de gemeenten verplicht moeten afnemen, ook als ze er zelf niet direct behoefte aan hebben.

En hiertegen heeft onze fractie protest aangetekend. Het is een samenwerking waar we niet vrijwillig voor konden kiezen, een organisatie waarop we onvoldoende invloed hebben, maar die ons wel confronteert met kosten die we voorheen niet hadden. Zelf konden we het goedkoper doen, en in een tijd van bezuinigingen steekt dit natuurlijk extra. Goed dat het college ook deze tegenzin onder woorden brengt. Het college stelt daarom de raad voor om bij de VNOG een zienswijze indienen. Dat betekent in gewoon Nederlands dat de raad tegen de VNOG zegt: “wij moeten noodgedwongen deze kostenverhoging slikken, maar wij vragen u als VNOG tegelijkertijd een kostenreductie te werken van minimaal 10%”.

In de commissiebehandeling deze week hebben we – evenals de andere aanwezige partijen - die benadering van het college gesteund. Tijdens de behandeling zeiden we: “wat als we simpelweg weigeren die verhoging te betalen?” Natuurlijk stelden we deze lichtelijk provocerende vraag uit onbehagen. ‘Burgerlijke ongehoorzaamheid’ is ons vreemd, en wij begrijpen natuurlijk dat het zo niet werkt. Maar van een gemeente als de onze die in het dagelijks en algemeen bestuur van de veiligheidsregio een minderheidspositie inneemt mag een dergelijk signaal wel gehoord worden. Het lastige blijft echter dat het rijk de norm vaststelt – zo schetste portefeuillehouder burgemeester Hoogendoorn – en dat kan voor sommige deelnemers leiden tot ‘verplichte winkelnering’.

Er staat wel tegenover dat er een kwalitatief goede organisatie is en wordt opgebouwd in de veiligheidsregio. Dat mochten we zelf enkele jaren bij een werkbezoek constateren. Maar deze kwestie heeft ons wel weer opgescherpt bij het onderwerp samenwerking. Niet voor niets hebben we bij een ander onderwerp (over de rol van de Rekenkamercommissie, zie onze berichtgeving daarover) ervoor gepleit samenwerking kritisch te blijven volgen. Als voorstander van samenwerking zal onze fractie dat zelf ook zeker doen.

Ton van Leijen