Als lid van de gemeenteraad houd ik me bezig met woningbouw. De gemeente zet volop in op het realiseren van extra woningen voor onze inwoners. We willen dat in 2030 iedereen een passende woning heeft en kan krijgen in de gemeente Oldebroek. Om positief te beginnen: Er zijn veel plannen in ontwikkeling! De ambitie is om tot 2023 ongeveer 900 woningen extra te bouwen en er zijn inmiddels plannen voor 1100 woningen. Niet elk plan zal wellicht doorgaan, maar we zijn met het maken van plannen goed op weg. Toch maak ik me ook over een aantal zaken zorgen.

Allereerst maak ik mij zorgen over het aantal betaalbare woningen. Er zijn veel jongeren die thuis wonen en graag een huis wonen en die kunnen zij heel moeilijk vinden. In de plannen in de gemeente Oldebroek die we nu hebben worden er gelukkig veel huurwoningen bij gebouwd maar ook veel 2-kappers en vrijstaande huizen. Plannen voor betaalbare woningen zijn er weinig en dat is jammer. Het is voor bouwers bijna niet haalbaar om betaalbaar te bouwen. De grens voor een “betaalbare woning” wordt door de minister in 2024 op 390,000 euro gezet. Het is de vraag of dat wel ‘betaalbaar’ is. De woonlasten met de huidige rente is rond de 1900 euro. Voor veel eenverdieners, maar ook gezinnen is dit niet betaalbaar. Dit was voor ons als ChristenUnie reden om bij de begroting aan te geven richting het college van de gemeente Oldebroek om te kijken of er in de plannen meer ruimte kan komen voor echte goedkope woningen.

Een ander zorgwekkend probleem is de opkomst van huizen als investeringsobjecten. Ook in onze gemeente kan het interessant zijn voor iemand om een huis te komen als belegging en dit is niet altijd in regelgeving goed te regelen voor de overheid. Soms kan het heel mooi zijn om tweede huis te kopen voor een kind of om iemand anders te helpen, maar als het puur als investering object wordt gezien, dan zorgt dit ervoor dat een jongere niet de mogelijkheid heeft om zelf een huis te verkopen.

Het valt op me ook op dat sommige huiseigenaren geneigd zijn hun eigendommen liever aan buitenstaanders te verkopen voor iets meer geld dan aan iemand uit de eigen gemeente.. Aan de gemeente wordt vaak gevraagd om bij het toewijzen van huurwoningen en nieuwbouwwoningen vooral te kijken of deze aan de eigen inwoners kunnen worden toegewezen, dat is qua regelgeving niet eenvoudig. Maar  inwoners zelf die hun huis gaan verkopen kunnen ook kijken of er lokale belangstelling is.  

Het wordt steeds moeilijker voor onze eigen inwoners om hier te blijven wonen, en daarbij kan de gemeente niet alles oplossen, maar hierbij is de ‘markt’ ook een belangrijke factor.

Ik hoop dat de gemeente samen met inwoners ervoor kan zorgen dat er meer gebouwd wordt ook voor de eigen jongeren en voor senioren die kleiner willen gaan wonen.  Laten we er samen voor zorgen dat de huizen die we bouwen een thuis worden voor onze medeburgers.

Henri Wijnne