In de vergadering van de raadscommissie Ruimte en Grond stond het dossier Amsberg op de agenda. Dit betreft de oude melkfabriek aan de Zuiderzeestraatweg; zie de aparte bijdrage daarover op deze site. Een van de insprekers bij die vergadering was ABO-voorzitter J.B. Kaiser. Hij heeft op voorhand begrepen dat zijn bijdrage zijn partij wel eens in discrediet zou kunnen brengen, vandaar dat hij begon te benadrukken dat hij zijn bijdrage op persoonlijke titel zou doen. Dat lukte hem echter niet omdat hij in zijn betoog uitvoerige analyses gaf over hoe beroerd het er in Oldebroek wel niet zou voorstaan met het lokale bestuur, de capaciteiten van vorige en huidige wethouders, en door er diverse andere zaken bij te betrekken die spelen op het politieke  terrein.   

De heer Kaiser ging echter het meest duidelijk over de schreef toen hij ons fractielid Engbert Jan Ruitenberg voor leugenaar uitmaakte. Hij probeerde dat wel te camoufleren door zogenaamd grappig bedoelde  strafregels te dicteren waarin onze collega zelf zou moeten schrijven dat hij niet mag liegen, maar een goed verstaander begrijpt wat hiermee wordt gezegd. Het staat de heer Kaiser net als iedere andere burger vrij een mening te hebben of in te spreken bij zaken die hem of haar aangaan. Het is alleen ontluisterend te merken dat hij meent een alleenvertoningsrecht te hebben op het gelijk, en de vrijheid meent te kunnen nemen om iedereen die het niet met hem eens is onmiddellijk in een kwaad daglicht te stellen.   

Wij - en vele andere fracties in de Raad - willen graag dat het dossier Amsberg een positieve wending krijgt. Het hoort dan bij uitstek bij de taak en rol van volksvertegenwoordigers om met burgers en belanghebbenden mee te denken. Het optreden van de heer Kaiser is echter niet oplossingsgericht. Het feit dat de betreffende familie niet langer wilde dat de heer Kaiser hun belangen verdedigde heeft Kaiser kennelijk rancuneus gemaakt, wat blijkt uit opmerking als dat ‘men elkaar over enkele jaren wel bij de Raad van State zal treffen’. Dat lijkt zo langzamerhand het slotstuk van elk meningsverschil waarin de heer Kaiser een rol speelt. Het is ons niet ontgaan dat de fractie van de ABO hier anders in staat, en daar zijn we blij mee.

Wij hebben tot nu toe veel van de kant van de heer Kaiser langs ons heen laten glijden. Nu worden er echter grenzen overschreden. Het gaat ons daarbij zeker niet om onze eigen eer, of die van een beëdigd  fractiegenoot, daarvoor zitten we niet in de raad. Het gaat ons om fatsoen en zuiverheid in de verhoudingen tussen burgers en hun verhouding tot de overheid. Die mogen we ook vragen van iemand die in dit geval wel doet alsof hij zijn partij buiten schot wil houden, maar dat in optreden en inhoud niet doet. Het zou de heer Kaiser sieren als hij aangeeft dat hij zijn persoonlijke aantijgingen intrekt.

Namens de fractie van de ChristenUnie,

Ton van Leijen, voorzitter

Henk van Bergeijk, secretaris