Peilingen, wat je ermee (niet) kunt

maandag 05 december 2011 09:20

Er worden door allerlei instellingen peilingen (of polls) gehouden. Ook wij en andere politieke partijen gebruiken dat middel wel eens. Als je in een gevoelige zaak een beslissing moet nemen wil je soms weten hoe je achterban daarover denkt. Meestal bij zaken die niet (of niet helder) in het verkiezingsprogramma staan, of bij zaken die de leefsfeer van mensen zodanig raken dat je extra zorgvuldig wilt zijn. Dit vraagt dus om een balans tussen aan de ene kant de eigen verantwoordelijkheid van een gekozen volksvertegenwoordiger, en aan de andere kant de mening van de leden of de burgers. Het is een slecht teken als een partij om de haverklap peilt hoe ‘men’ erover denkt.

Voorwaarde voor een goede peiling is wel dat je mensen helpt aan de goede informatie zodat ze een serieuze afweging kunnen maken. Van bijvoorbeeld een raadslid verwachten de kiezers dat deze bestuurt op basis van kennis en inzicht. En dat zaken worden afgewogen die de burger zelf niet goed kan afwegen. Dat is bij een peiling wel eens lastig, want de vragen van een poll of peiling moeten relatief eenvoudig zijn te beantwoorden. Maar wel zo dat de uitkomst van de peiling goed inzicht geeft in hoe men denkt, en liefst ook waarom men dat denkt. In dit laatste zit-em de kunst van een goede poll. 

Deze week las ik in Huis aan huis een peiling die – het zij me vergund - niet aan die eis voldoet. De stelling was “Zwembad De Veldkamp moet ook op zondag zwemlessen gaan aanbieden”. Men kan vervolgens antwoorden: ‘eens’, ‘oneens’, of ‘geen mening’. Stel nu dat 60% van de mensen die reageren ‘eens’ aangeeft: wat weet je dan? Wil men daarmee te kennen geven dat men zelf die behoefte heeft? Of is het een soort proteststem tegen de raadsmeerderheid die een onderzoek niet nodig  vond? Of dat men ongeacht wat het kost die zwemlessen wil? Of als 60% ‘oneens’ aangeeft, vindt men dan dat de zondagsrust een rol speelt, of dat je zwembadpersoneel niet extra moet laten werken op zondag? Of….? 

Kortom: als je een peiling houdt moet je degenen die hem invullen wat informatie geven over het keuzemenu: argumenten die aan de orde zijn bij het kiezen. Dat geldt bij dit onderwerp nog extra, omdat je op basis van de bevolkingssamenstelling vooraf al mag verwachten dat de burgerij in meerderheid het niet nodig vindt. Dan moet je de vragen anders formuleren. Je zou in dit voorbeeld bij ‘eens’ kunnen denken aan “want dan komen we snel door de wachtlijsten heen”, of “mits het niets extra’s kost”. Of bij ‘oneens’ aan “nee, het kan immers anders opgelost worden”, of “anders laat je het personeel op zondag extra werken”. Je kunt zelfs nog een andere kant opgaan met vragen als “nee, ik vertrouw op de afweging van college en raadsmeerderheid” e.d. 

Het zijn slechts voorbeelden, ik geef ze graag voor betere. Het bezwaar bij de peiling van deze week is dat degenen die hem invullen niets weten over de consequenties van hun keuze, en dat degene die de peiling houdt niet veel kan met de uitkomst. Mijn pleidooi naar de redactie is dan ook: geef een volgend keer meer argumenten en een onderbouwd keuzemenu; zodat men meer inzicht krijgt in de achtergrond van het onderwerp, en de consequenties van een keuze kan overzien. 

Ton van Leijen

Labels

« Terug

Reacties op 'Peilingen, wat je ermee (niet) kunt'

Geen berichten gevonden

Log in om te kunnen reageren op nieuwsberichten.

Archief > 2011 > december