Morgen vinden de gemeenteraadsverkiezingen plaats. De lente is begonnen maar het wordt weer een koude dag wanneer de stemlokalen opengaan in onze gemeente. In de gemeente Oldebroek heeft u de keuze uit maar liefst 129 kandidaten verspreid over 7 partijen. De gemeenteraad kent in onze gemeente (vanwege het aantal inwoners) 19 raadszetels. Tegenover elke raadszetel staan dus bijna 7 kandidaten te trappelen om op de raadszetel plaats te nemen. Nou ja te trappelen. Ik schat zo in dat van de 129 kandidaten er ongeveer 100 wel op de lijst staan maar stilletjes hopen en ook verwachten niet gekozen te worden. En laten we eerlijk zijn niet iedereen is bereid zijn leventje anders in te richten om een periode van minstens 4 jaar ongeveer 15 uur gemiddeld per week raadswerkzaamheden te verrichten.

Als je de kandidatenlijst bekijkt valt het op dat er slechts 21 vrouw zijn en dat komt neer op slechts 16%. Met dit percentage hoort de gemeente Oldebroek tot de minst scorende gemeenten. Alleen de gemeente Haaren kent een nog lager percentage vrouwen op de kandidatenlijst. Kijken we naar de partijen dan zien we dat 2 partijen (D66 en SGP) helemaal geen vrouw als kandidaat heeft. Daarentegen scoren PvdA en de ChristenUnie met 30% nog redelijk. Laten we even de mogelijkheid om met voorkeurstemmen gekozen te worden buiten beschouwing dan zien we dat alleen het CDA en de ChristenUnie een vrouw op een verkiesbare plaats staan. Zeker zo belangrijk is dat er vlak achter de verkiesbare plaatsen alleen de ChristenUnie nog een vrouw op de reservebank heeft om in te vallen.  

Het valt kennelijk niet mee om vrouwen te vinden die bereid zijn op een verkiesbare plaats te staan. Ongetwijfeld is het vooruitzicht van veel vergaderen en de nodige avonden van huis te zijn nou niet bepaald een aantrekkelijk vooruitzicht. Maar daar kan nog weleens verandering in komen want de Raad voor het Openbaar Bestuur heeft vandaag een adviesrapport uitgebracht “Voor de Publieke Zaak”. De Raad is van mening dat de professionalisering op lokaal niveau is doorgeschoten en dat er veel minder tijd moet worden besteed aan bestuurlijke activiteiten zoals vergaderen, stukken lezen en fractieberaad. Door een betere ondersteuning van de griffie en de rekenkamer kan de functie van raadslid toegankelijker en aantrekkelijker worden voor “leken” waarmee bedoeld wordt dat er minder deskundigheid van raadsleden moet worden verwacht. Door minder tijd en minder deskundigheid kan de vergoeding van raadsleden ook wel naar beneden. “Materiedeskundige” mannen die raadslid willen worden of blijven moeten zich zorgen gaan maken………

Henk van Bergeijk